pearlsofpassion schreef:Nee, dat boek ken ik niet.
Ik denk dat we elkaar verder begrijpen.
Kan jij iets meer vertellen over de theorie van boosteren? Want ik heb gewoon begrepen dat het de geheugencellen aanzet tot het aanmaken van antilichamen. Maar waarom dan meer dan 1 keer boosteren (dus 2x vaccineren) ?
Ik heb hier al meer dan een week over lopen denken en wat gelezen maar ik blijf het lastig vinden om het goed uit te leggen, omdat ik dan op een uitleg zo'n beetje van het hele immuunsysteem kom (er kwam telkens wat bij om ook te vertellen en daar wordt het niet leesbaarder van
Het geheugen zit niet in de cellen die de antilichamen maken. Antilichamen worden gemaakt door de B-cellen, het geheugen zit in T-cellen. Dat is wel een verschil: de antilichaam respons kunnen we (deels) meten (titerbepaling) maar dat is een afspiegeling van het geheugen, niet het geheugen zelf. Als jij vroeger rode hond hebt gehad en ik zou nu bij jou de antistoffen tegen rode hond zou meten, dan kunnen die ondetecteerbaar zijn. Maar toch ben jij beschermd. Want zodra je blootgesteld wordt aan het virus, zetten de T-cellen de B-cellen weer aan tot het maken van antistoffen.
Het probleem bij vaccins is juist dat je eigenlijk de overgang van de aanmaak van antistoffen door B-cellen naar het vastleggen van de immuniteit in T-cellen.
Het verschil tussen een vaccin en het doormaken van een ziekte zit in verschillende punten. Met een vaccin wil je bereiken dat een levende wezen immuun wordt voor een bepaalde ziekteverwekker. Ik ga dat verder afkorten met MO = micro-organismen. Dat kan een bacterie, virus of parasiet zijn. Vuistregel: hoe ingewikkelder het micro-organisme, hoe moeilijker het is om een vaccin te maken. Dat zie je trouwens bij het doormaken van infectie ook wel: een virus infectie doormaken betekent vaak volledig immuun zijn in 1x, terwijl de afweer bij een ingewikkeld beest als malaria daar jaren en meerdere infecties voor nodig heeft.
De best werkende vaccins zijn vaak die bestaan uit levend verzwakte ziektekiemen, maar die worden iha als iets minder veilig gezien omdat altijd het gevaar bestaat dat of de ziektekiem terug muteert of dat iemand er toch ziek van wordt vanwege vermindere afweer.
Dus worden steeds meer vaccins simpel gemaakt, met een paar onderdelen van het MO. Het is echter moeilijk om geschikte kandidaten te vinden. De trigger voor het immuunsysteem is minder en minder complex dan bij een infectie, waarbij er veel meer onderdelen van het MO aangeboden worden tegelijk aan het afweersysteem. Om dit op te lossen worden aan vaccins Adjuvantia toegevoegd. Een adjuvans is een stof die het immuunsysteen prikkelt waardoor er een betere onstekingsreactie onstaat op het vaccin. Zonder ontstekingsreactie geen blijvende afweer. Zo’n adjuvans is ook verantwoordelijk voor de meeste bijwerkingen: koorts, rode plek, dikke arm. Maar eigenlijk wil je die bijwerkingen ook, want als je geen ontstekingsreactie maakt, komt de afweer ook niet op gang.
Toch blijkt dat ook de afweerreactie op een vaccin met adjuvans wel op gang komt, maar minder lang blijft hangen: het T cel geheugen wordt niet genoeg geactiveerd. En dan komen de boosters erbij: die zorgen ervoor dat de afweerreactie op het vaccin niet afzwakt.
Het booster schema is gebaseerd op rekenmodellen: hierin worden effectiviteit van het vaccin (bv 80% bescherming na 1 vaccinatie, 90% na 2, 100% na 3 boosters), gemiddelde duur van de afweer (niet alle vaccins beschermen levenslang), en de besmettelijkheid van het pathogeen (omdat een vaccinatie programma niet gericht is op het individu maar op een groep als geheeld, stel je hebt een virus dat zich zeer moeizaam verspreid, dan is een effectieve vaccinatie graad van 70% genoeg om verspreiding te stoppen, heb je een super besmettelijk virus dan wil je dicht tegen de 100% zitten).
Dan wordt er ook nog rekening mee gehouden dat jonge kinderen nog wel eens minder goed op een vaccin willen reageren, in de zin van slechter geheugen opbouwen. Daarbij spelen ook de antistoffen van de moeder een rol: als het merendeel van de vaccinonderdelen weg gevangen worden als het ware door de antistoffen van de moeder en dus niet aangeboden worden aan de T-cellen, bouwt het geheugen zich slechter op. Het kan geen kwaad om te vaccineren als er nog antistoffen van de moeder bij het kind aanwezig zijn, maar het is minder effectief. Vandaar dat als je heel jong begint met vaccineren, je wel eens meer boosters nodig kan hebben.
Helaas zijn er geen betrouwbare meetmethodes om te meten of 1 of 2 of 3 boosters nodig zijn.
Ik vind het nog best lastig om dit goed op te schrijven, ook omdat het echt een ingewikkeld proces is. Er wordt ook nog steeds veel nieuws gevonden.
Zo las ik laatst een stuk van een van de beste onderzoekers op het terrein van de immunologie in Nederland, Mihai Netea, wat mij ook weer verraste. Ons afweersysteem bestaat uit twee delen: de aangeboren immuniteit en de zich ontwikkelende, die het geheugen vormt. Men heeft lang aangenomen dat de aangeboren afweer geen geheugen heeft. Dat die alleen bestaat uit cellen die reageren op wat “vreemd” is. En dat de zich ontwikkelende immuniteit die met het geheugen is. Toch is dat raar, want dat geheugensysteem bestaat alleen bij gewervelde diersoorten en het is bekend dat ook planten een afweer op kunnen bouwen tegen bepaalde ziektes. Wat nu blijkt is dat het aangeboren immuunsysteem ook een soort geheugen op kan bouwen. En wat nog veel interessanter is: dat een prikkel aan dat afweersysteem in de vorm van een vaccinatie, ertoe leidt dat de afweer tegen andere infecties juist beter zou worden. Een kort stukje hierover is hier te vinden:
https://www.medischcontact.nl/nieuws/la ... inen-1.htm
Tot zover dit college

Vragen welkom want ik ben vast nog wat vergeten of heb rare termen gebruikt of heb iets niet duidelijk genoeg uitgelegd...