Toen ik terugkwam van de Fressnapf, hoorde ik haar weer dwars door drie deuren heen miauwen dat ze honger had en graag NU! METEEN! een bord met eten wilde, dank u beleefd.

Kijk, zo ken ik m'n Moeke weer! Ze heeft een aantal verschillende tubetjes leversmeervraagmenietwatpaté opgeslobberd, en als ik er nog drie had leeggeknepen, had ze die waarschijnlijk ook nog genuttigd. Ze heeft ook een dag of vier maar heel weinig gegeten, zal wel razende honger hebben. Ik hoop dat ze van het eten nog wat extra opknapt.
Zo gek, ik stond bij de da, had al besloten haar te laten inslapen, had Herr Antje al opgetrommeld van zijn werk, en liep toen weer de behandelkamer in, en ik keek naar d'r en dacht: nee, dit mag ik niet voor jou beslissen, dat dit jouw laatste levensdag is. Niet nu. Niet zo plotseling. Dat is niet aan mij. Het gevoel was te sterk om te negeren.