Ik deed het licht van het tuinhuis aan en keek eens rond. Ergens aan de rechterkant van de tuin zag ik iets bewegen en ik keek eens beter. Het was een dier, dat was duidelijk. Ik trok een broek en trui aan en liep de tuin in met een zaklamp. Ik scheen eens wat licht in de betreffende hoek en moest toch even een keer flink met mijn ogen knipperen. Ik vroeg mezelf af of ik niet nog sliep. Er stond een koe in onze tuin.
Bij nadere inspectie bleek het niet één koe, het bleken er maar liefst 23.

Tja, wat moet je doen met zoveel koeien? Ik belde de politie. De vrouw die ik aan de telefoon kreeg vroeg waar ik melding van wilde maken. 'Nou mevrouw', zei ik, 'het is misschien een beetje een rare melding, maar er staan hier koeien in de tuin en ik weet anders ook niet wie ik moet bellen.' De vrouw aan de andere kant van de lijn zag er ook de humor wel van in en kreeg de slappe lach.
Ik belde de buurman. 'Goedenacht buurman, sorry dat ik je wakker maak, maar er staan hier koeien in de tuin en we hebben eigenlijk iemand nodig die even helpt de tuin af te zetten.' De buurman dacht waarschijnlijk ook dat hij droomde want hij vroeg me wat ik midden in de nacht moest met koeien. Hij kwam er aan.
Al snel waren we met een aantal mensen aan het bekijken of er ergens schade was, of alle koeien in orde waren, of onze paarden nog netjes in hun eigen weitjes stonden en werd de tuin afgezet. De eigenaar van de koeien telde ze en kwam er achter dat de groep compleet was. Onze buurman had echt gevoel voor humor en we hebben wat af staan lachen vannacht. Hij zong kerstliedjes, maakte grapjes en zei dat hij ons wel gezellig vond als buren. ‘Het is bij jullie echt nooit saai’, zei hij. Nee, dat klopt.
Nelson lag in zijn bench, die vond het kennelijk heel normaal dat er wat koeien in de tuin stonden.
Vanmorgen is de eigenaar zijn koeien weer komen ophalen. Wat een hilarische nacht!
