Dit artikel wordt op verzoek van Paul Barte op Barfplaats geplaatst (ter lering, vermaak en discussie). Paul heeft toestemming van de auteur gekregen, mits aan de volgende punten zou worden voldaan:
Bij het artikel wordt aangegeven dat de toestemming van de auteur niet betekent dat hij de opvattingen over barf en gebruik van droogvoer zoals vaak weergegeven op Barfplaats zonder meer deelt. Bij deze (note Lizzy: andersom is ook het geval: het plaatsen van dit artikel betekent niet automatisch dat wij het eens zijn met de inhoud van dit en volgend artikel).
Er wordt aangegeven dat het artikel deel uitmaakt van een serie over hondenvoeding in het tijdschrift Dogma van uitgeverij Libre. Bij deze.
In de artikelplanning van de auteur voor volgend jaar is ook een artikel over barf en vers vlees opgenomen. De auteur wil dat tzt dan ook op de site zien.
Artikel, deel 1:
Roodkapje en niet te vergeten haar grootmoeder even daarvoor maakten kennis met de wolf als gulzige carnivoor. De wolf taalt niet naar de koek en de wijn in het mandje van Roodkapje maar verslindt beiden met huid en haar. In verge lijking hiermee is de hedendaagse voeding van onze huishond, de directe afstammeling van de wolf (Canis lupus), een behoorlijk suffe aangelegenheid. Granen en peulvruchten zijn een belangrijk bestanddeel van veel droogvoeders en op sommige verpakkingen domineren afbeeldingen die niet zouden misstaan in een kleurenbrochure van de groenteman. Natuurlijk is dat geen probleem, verreweg de meeste honden doen het er prima op.
Toch is het wel nuttig om eens beter naar de voeding van de wolf in het wild te kijken. Je kunt er namelijk vanuit gaan dat de gemiddelde voedselsamenstelling onder natuurlijke omstandigheden zeer goed aansluit op de behoefte. Wolven die ergens in het evolutieproces ‘fouten’ in de voedselkeuze maakten zullen zich daarmee snel hebben uitgeschakeld voor deelname aan het mogelijk maken van volgende generaties. We kunnen misschien dus iets leren van het
wolvendieet. Een ander argument is dat onderbouwing van bepaalde keuzes in de hedendaagse hondenvoeding regelmatig gezocht wordt in echte of vermeende kenmerken van wolvenvoeding in de natuur.
Wat eten wolven?
Wolven komen voor in heel Noord Amerika, grote delen van Noord Azië. In Europa zijn ze in zeer veel landen te vinden onder meer Polen, Finland, Italië, Spanje en Portugal. De lijst is verre van compleet maar ik beperk me even tot de landen waarin recent gepubliceerde studies naar het voedsel van de wolf hebben plaatsgevonden. Het is niet verwonderlijk dat er verschillen zijn in voedselkeuze maar er zijn veel overeenkomsten tussen de gebieden. Grote prooidieren zoals hertachtigen hebben de voorkeur. In Noord Amerika zijn de eland (? >600 kg), het edelhert, het rendier, de muskusos en het witstaarthert favoriet maar oook de bizon wordt niet uit de weg gegaan. In Europa behoort het edelhert ook tot de favorieten. Belangrijke kleinere prooidieren zijn in Noord Amerika de bever en bergschapen. Een studie uit Alaska toont aan dat in een bepaald gebied ook de otter regelmatig ten prooi valt aan wolven. In Europa behoren de ree en de gems tot de kleinere prooidieren. In veel gebieden is het wilde zwijn een belangrijk prooidier. Wolven dragen bij aan het gezond houden van de populaties prooidieren. Veel
veldstudies laten zien dat wolven vooral de jonge of
juist oude dieren uitselecteren. Wanneer volwassen
dieren gevangen worden toont bestudering van prooiresten aan dat deze dieren vaak in slechte
conditie zijn door parasitaire besmetting, infectiezieken en/of uithongering. Wanneer er voldoende wild aanwezig is in een gebied heeft vee weinig te vrezen van de aanwezigheid van wolven. Een Italiaans onderzoek in drie verschillende gebieden vond dat gemiddeld ongeveer vijf procent van het totale prooienpakket bestond uit vee. Dit soort geruststellende statistiek is waarschijnlijk echter niet
besteed aan de boer die zojuist zijn favoriete koe of schaap is kwijtgeraakt. Heel anders wordt de situatie wanneer er vrijwel geen wild beschikbaar is in een
bepaald gebied. In Noord Portugal komen kleine groepen wolven voor die uitsluitend leven van vee. In dit bergachtige gebeid wordt het vee zeer extensief gehouden en wolven jagen op geiten. Hierbij hebben ze een voorkeur voor de heel grote kudden. Misschien dat dit te maken heeft met de kans om betrapt te worden door de herder. Daar waar paarden aanwezig zijn hebben deze de voorkeur van wolven wat aardig aansluit bij de eerder beschreven preferentie voor grote prooien.
De wolf als viseter.
Ondanks zijn voorkeur voor grotere prooidieren is de wolf opportunistisch genoeg om ook gebruik te maken van andere prooisoorten wanneer de gelegenheid zich voordoet. Vogels, hazen en zelfs muizen worden dan niet met rust gelaten. In het Canadese Brits Colombia jagen wolven in de paaitijd van zalmen op de dan eenvoudig te vangen paaiende dieren. Dit is een aantrekkelijke mogelijkheid voor wolven omdat hier een hoge opbrengst gepaard gaat me t een laag risico. Een
uitgeputte zalm kan nu eenmaal minder schade doen aan een wolf dan een geïrriteerde eland. Individuele wolven wisten gedurende de waarnemingsperiode gemiddeld 21 zalmen per uur te verschalken. Vreemd genoeg werden van de gevangen zalmen vrijwel uitsluitend de koppen gegeten en bleef de rest liggen. Voor dit merkwaardige gedrag worden twee verklaringen gegeven. Het zou kunnen zijn dat de wolven selecteren op de aanwezigheid van een pecifiek vetzuur uit de ? -3 vetzuurgroep welke belangrijk is voor het functioneren van het zenuwstelsel. Zowel oogweefsel als hersenweefsel van zalm is rijk aan dit type vetzuur. Het is echter nog maar de vraag is of het betreffende vetzuur echt via de voeding moet worden aangevoerd, met andere woorden of het echt essentieel is. Ook moeten de meeste wolvenpopulaties het zonder een dergelijke vetzuurbron stellen. Dit maakt deze verklaring enigszins onwaarschijnlijk. Een andere verklaring is dat carnivoren bij hun voedselkeuze het risico op een parasitaire besmetting zo laag mogelijk te houden. Zalm kan besmet zijn met een wormpje die weer gastheer kan zijn van een schadelijke bacterie die ‘salmon fever’ kan veroorzaken. De verschijnselen van deze aandoening lijken op een Parvo besmetting. Van alle delen van de zalm blijkt de kop de laagste besmettingskans te geven.