Dit bericht kreeg ik op de mail van Westerhuis.
Wel interresant, ik krijg dus elke maand een nieuwsbrief van Westerhuiskliniek voor gezelschapsdieren per mail.
Je kunt je hier voor opgeven.
Dit keer kreeg ik dus informatie over de ziekte van weil.
Dus wel verstandig om je hond elk jaar in het voorjaar tegen de ziekte van Weil te laten enten.
gr. Ria
ZIEKTE VAN WEIL (=LEPTOSPIROSE)
De teksten van onze hand-outs worden vervaardigd aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op basis van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur.
INLEIDING
Vrijwel iedereen kent de ziekte van de jaarlijkse vaccinatie. Maar wat is ziekte van Weil eigenlijk precies, hoe raakt een hond besmet en wat zijn de risico’s...
Onderstaand een uitleg over deze ziekte bij honden.
INFECTIE
Ziekte van Weil wordt veroorzaakt door bacteriën (leptospiren). Er zijn zeer veel sero- en subtypen van deze ziekteverwekkers bekend, waarvan een 20-tal de hond ziek kunnen maken. Met welk type een hond besmet kan raken, hangt sterk van zijn leefomstandigheden af (stad, platteland, buitengebied).
De ziekteverwekker bevindt zich in de urine van het geïnfecteerde dier en via deze urine wordt de ziekte verspreid. Bijvoorbeeld door likken of snuffelen van hond tot hond, of via besmet (vooral stilstaand) water of vochtige bodems (modder). Maar ook besmet voedsel of drinkwater of de urine of beet van een knaagdier (ratten) zijn mogelijke besmettingsbronnen. Verder kunnen ook koeien en varkens kunnen als tussengastheer een besmettingsbron vormen.
ZIEKTE
Nadat de ziekteverwekker het lichaam via huid en/of slijmvliezen is binnengedrongen vindt een snelle verspreiding plaats door het gehele lichaam via het bloed. Dit proces vergt ongeveer 7-10 dagen. De bacterie tast vervolgens diverse orgaansystemen aan. Vooral lever en nieren en bloedvaten raken beschadigd door de infectie.
Symptomen die kunnen optreden variëren van anorexie, koorts, algehele malaise, braken en diarree (mogelijk met bloed) tot bloedingen, ademhalingsproblemen, bewegingsproblemen, nierfalen en geelzucht. Welke symptomen meer op de voorgrond treden hangt onder andere af van het serotype van de leptospirose-bacterie waarmee de besmetting heeft plaatsgevonden.
Niet altijd wordt een besmette hond echter duidelijk ziek. Er kan ook een chronisch verloop plaatsvinden, waarbij chronisch nierfalen, voortplantingsproblemen en oogproblemen gezien kunnen worden. Bij jonge en niet gevaccineerde honden zal eerder het acute verloop gezien worden, bij oudere en goed gevaccineerde honden zal eerder de chronische ziekte voorkomen.
DIAGNOSE
De diagnose wordt gesteld op grond van het klinisch beeld, algemeen bloedonderzoek en specifiek onderzoek (antilichaam test) van bloed en/of urine.
BEHANDELING
De behandeling vergt een intensieve verpleging. Het is daarom meestal noodzakelijk om de patiënt een aantal dagen op te nemen in de kliniek.
Er wordt een specifieke behandeling met antibiotica (keuze is mede afhankelijk van de nierfunctie) ingesteld, naast ondersteunende maatregelen (infusen, medicijnen tegen braken en/of diarree, etc.)
Omdat de ziekte zeer besmettelijk is, zijn quarantaine maatregelen noodzakelijk.
ZOONOSE
Ziekte van Weil is besmettelijk voor mensen. Het veroorzaakt bij mensen een ziektebeeld met onder andere koorts en geelzucht.
PREVENTIE
Het is gelukkig mogelijk om te vaccineren tegen de ziekte van Weil. Deze vaccinatie moet jaarlijks herhaald worden. Het immunologisch geheugen is voor deze ziekte namelijk beperkt tot een jaar. Dat komt omdat het een bacteriële infectie betreft. Voor virussen bestaat meestal een langer immunologisch geheugen.
In het voorjaar is het klimaat voor de bacterie het meest gunstige om zich te vermenigvuldigen. Hierdoor is de besmettingskans het grootste in het voorjaar. Daarom adviseren we dan ook om uw hond bij voorkeur in het voorjaar te laten vaccineren tegen deze ziekte.
We moeten ons wel realiseren dat de vaccinatie niet beschermd tegen alle serotypen van de bacterie en ook niet tegen infectie. De gevaccineerde hond zal echter niet de acute (en levensbedreigende) vorm van de ziekte krijgen.