De broze beloften van de bioboer
Mark Traa (met toestemming van auteur over genomen uit HP/de Tijd van 4 mei 2001
Er is veel goeds te zeggen over de biologische landbouw, maar het imago is misschien wat té fraai. Het eerste onderzoek waaruit blijkt dat biologisch voedsel gezonder is, moet nog komen. Waar eindigt de fictie en beginnen de feiten?
Wie is er opgewassen tegen de woorden van Dirk Kool, biologisch-dynamisch boer te Linschoten? Hij zegt: "Als ik varkens door het hok zie scharrelen, heel beleefd met elkaar zie omgaan, hoe lekker ze aan het wroeten zijn, dan weet je dat ze het naar hun varkenszin hebben." Je zou bijna vergeten dat de dieren opgroeien om na hun dood in stukjes te worden gehakt en te worden verkocht door De Groene Weg, de keten van biologische winkels die Kool op haar website aan het woord laat. Het lijkt wel of beesten die het levenslicht zien in een biologische stal, terechtkomen in een dierenhemel op aarde. Ze zijn geen nummer voor het baasje, ze hebben een identiteit. Ze zijn de love-baby's van de bioboer, én van de consument.
Die ziet de biologisch grootgebrachte flora en fauna (maar biologische luiers zijn er bijvoorbeeld ook al) steeds meer als alternatief voor het reguliere voedsel, dat door de ene na de andere plaag geteisterd lijkt te worden. Van genetisch versleutelde voeding willen we ook al niets weten, dus de populariteit van de ambachtelijke boer laat zich goed verklaren. Gewassen die niet met pesticiden worden bespoten, land dat niet met kunstmest wordt bestrooid, dieren die meer 'zichzelf' kunnen zijn in ruimere onderkomens: de strenge eisen die worden gesteld aan een biologische boerderij klinken als een reclamespot op zich. Alles waar 'bio' voor staat is booming. In de supermarkten vliegt het spul weg: voor 330 miljoen gulden in 2000, ruim het dubbele van het jaar ervoor. Tegen 2005 is 5 tot 10 procent van onze levensmiddelen van biologische komaf, denken de Unctad en de WTO. Voor Nederland mikt minister Brinkhorst in 2010 op 10 procent.
Vraag de mensen waarom ze biologisch kopen, en ze geven vier redenen: het is gezond, het is goed voor het milieu, het is goed voor de dieren en we steunen er de bioboeren mee. Waarbij aangetekend dat het gezondheidsargument vér aan kop gaat. En uitgerekend dat is een tikje vreemd. De effecten op het milieu en op de dieren zelf worden tamelijk intensief onderzocht, maar er is niet één grote studie gedaan waaruit blijkt dat biologische voeding gezonder is dan reguliere. Er is geen reden aan te nemen dat het biovoedsel óngezonder is, maar wie beweert dat je er ziekten mee voorkomt of er langer door leeft, doet dat zonder enige wetenschappelijke basis. Er is nooit grootscheeps epidemiologisch onderzoek gedaan naar het verschil in levensverwachting tussen mensen die biologisch en regulier eten. Zo'n studie zou ook lastig uit te voeren zijn, omdat er weinig mensen zijn die hun hele leven strikt in een van beide kampen blijven. Beweren dat biologisch eten het gestel meer versterkt dan 'normaal' voedsel, blijft daarmee niet minder onterecht. En andersom dus evenzeer. De bewijslast ligt echter bij de biologische sector, die op zijn minst de indruk wekt Broodjes Gezondheid te verkopen.
Links en rechts worden wel kanttekeningen geplaatst bij de euforie. Bij monde van haar directeur zegt Skal, de organisatie die Eko-labels uitdeelt aan biologische boeren, onomwonden dat het biovoedsel niet gezonder is dan normaal. "Het verschil tussen biologisch en ander voedsel is in Nederland, waar alles goed gecontroleerd wordt, marginaal en van generlei belang", aldus de Amsterdamse toxicoloog Nico Vermeulen in het blad De Kleine Aarde. Biologische gewassen bevatten relatief veel natuurlijke gifstoffen, verklaarde de toxicoloog Aalt Bast in 1999 bij zijn aantreden als hoogleraar in Maastricht. Veel van die natuurlijke toxinen hebben volgens hem een "vervelende uitwerking" op de mens. Iets soortgelijks zei de plaatsvervangend directeur van de Nederlandse Voedsel Autoriteit in Het Parool: "Biologisch eten kan makkelijker door microbiologische ziekteverwekkers worden aangetast, zoals schimmels bij granen en noten. Er zijn nu eenmaal giftige natuurlijke stoffen."
Nogmaals: harde cijfers ontbreken. Dat werd haast pijnlijk duidelijk in een rapport over de veiligheid van biologisch voedsel die het Expertisecentrum van het Ministerie van Landbouw eerder deze maand publiceerde. Puntsgewijs worden mogelijke gevaren behandeld, steeds met de vraagstelling of die in de biologische landbouw groter zijn dan in de reguliere. Bijna elke alinea eindigt met de opmerking dat er naar het betreffende onderwerp nog geen onderzoek is gedaan. Uit armoede moesten de opstellers van het rapport hun toevlucht zoeken bij de opvattingen van een dozijn geïnterviewde experts. "Veel deskundigen hebben de indruk dat de gevaren van de biologische productiewijze op het gebied van voedselveiligheid worden onderschat", vatte het rapport de hooggeleerde meningen samen.
Voor zover de biologische landbouw grotere risico's zou opleveren dan de reguliere - en dat is het geval bij een minderheid van de behandelde ziekten, meestal zijn de gevaren even groot of klein - gaat het vrijwel steeds om besmettingen die biologische dieren oplopen doordat ze buiten kunnen lopen om daar 'zichzelf' te zijn. Vergelijkend veldonderzoek is dus niet gedaan, maar de experts denken dat biologische eieren sneller besmet raken met salmonella, dat álles wat buiten loopt vergeven is van de campylobacter, dat runderlintworm eerder de kop kan opsteken bij bioboeren en dat er ook een kans is dat de varkenslintworm zich langs deze weg in Nederland kan gaan vertonen. Die laatste kan ook de mens besmetten, hetgeen onder meer in Oost-Europa wel gebeurt.
Vooral biologische kalveren begeven zich buiten in een schootsveld. Ze zouden een grotere kans lopen Para-Tuberculose te krijgen doordat hun immuunsysteem nog niet volledig is ontwikkeld. De ziekte wordt bij mensen in verband gebracht met de ziekte van Crohn, een ongeneeslijke darmontsteking. Het kalfsvlees moet dan wel onvoldoende zijn verhit. Ook zouden biologische kalveren een relatief groter risico lopen besmet te raken met toxoplasmose, een parasiet die binnenkomt via contact met uitwerpselen van (boerderij)katten. Toxoplasmose kan bij zwangere vrouwen leiden tot een abortus. Wat plantenkwalen betreft: per saldo komen die meer voor op de biologische boerderij in een nat en winderig land als het onze. Wortelziekten zie je weer minder.
Er is ook goed nieuws. In biologische producten zit minder nitraat dan in reguliere. Maar, zegt het rapport: "In hoeverre deze lagere nitraatgehalten bijdragen aan een hogere voedselveiligheid kan niet gezegd worden." Het is in elk geval een fabeltje dat biologische producten zijn vergeven van door schimmels geproduceerde giftige stoffen, de mycotoxinen. En het is de naakte waarheid dat er niet of nauwelijks restanten van pesticiden en diergeneesmiddelen in zitten. In de regel bevinden de niveaus zich bij gangbare voeding trouwens ook ver onder het maximaal toelaatbare, maar volgens de Wageningse hoogleraar biologische bedrijfssystemen Ariena van Bruggen is het risico op te hoge residu-waarden zeker bij producten uit bijvoorbeeld Zuid-Europa niet nul. En 'niet nul' is voor veel mensen al onaanvaardbaar. Van Bruggen wijst verder op lopend onderzoek naar de effecten van het contact van kinderen met 'goede micro-organismen' op het immuunsysteem. Biologische gewassen hebben een rijkere schakering aan microscopische bewoners, en het zou wel eens zo kunnen zijn dat die de afweer stimuleren. En voor wat het waard is: biologische boeren hebben actiever sperma dan hun reguliere collega's.
Een misverstand is dat de biologische boerderij gevrijwaard is van de ziekten die de gangbare landbouw de laatste tijd zo ongenadig treffen. Dioxine slaat ook neer op weilanden waar biologische koeien grazen, de varkenspest en mond- en klauwzeer gaan niet aan biologische tweehoevigen voorbij, en zelfs het voorkomen van BSE op een biologische boerderij valt niet uit te sluiten wanneer er van buiten een besmet kalf wordt binnengehaald. Wie genvoeding als potentieel ziekmakend beschouwt, kan ook niet geheel gerust zijn. In 1998 werd een partij biologische maïschips vernietigd nadat er genetisch veranderde bestanddelen in waren aangetroffen. Die waren komen overwaaien in pollen van een naburig veld. Ook 'grensincidenten' op het gebied van bestrijdingsmiddelen komen voor: de licentie van een bioboer loopt gevaar wanneer er gif van de buren in zijn producten zit.