Deze categorie geeft uitsluitend informatie over BARF (zelf samenstellen) voor beginners. Vragen kun je stellen in alle andere categorieën.

Moderator: Lizzy

Door Lizzy
#3234351
Vleesbotten maken een zeer belangrijk deel uit van de zelf samengestelde BARF maaltijd. Het allerbelangrijkste is dat je de juiste vleesbotten voert. Want er bestaan geschikte vleesbotten en ongeschikte vleesbotten.

50% bot en 50% vlees: allereerst moeten vleesbotten voor ongeveer de helft uit vlees en de helft uit bot bestaan. Dat is een vleesbot. Zit er geen vlees aan, is het geen vleesbot meer maar is het bot. En dat is niet wat je je hond wilt voeren. Het is best lastig om in te schatten hoeveel vlees een vleesbot bevat. Kippen, eenden, parelhoenvleugels bevatten 50% bot en 50% vlees. Kippen, eenden, kalkoennek bevatten 50% bot en 50% vlees. Veel karkassen van kleine dieren bevatten 50% tot 70% bot en 30% tot 50% vlees. Dat hangt af van hoe ‘schoon’ ze zijn uitgebeend en of er nog vleugels aan zitten. Geiten, lams en hertenribben bevatten ongeveer 50% tot 60% bot en 40% tot 50% vlees.

De hoeveelheid vleesbot in het menu: het totaal van wat je voert, moet voor 40% tot 50% uit vleesbotten bestaan. Wanneer je veel botten voert waar minder dan 50% vlees aan zit, voer je eerder 40% (en dat kan voor sommige honden nog te veel zijn, ga dan 35% of zelfs 30% voeren). Wanneer je veel vleesbotten waar meer dan 50% vlees aan zit of wanneer je veel hele prooidieren voert, ga dan 40% vleesbotten voeren.

Alle dingen die je MOET weten over het eten van vleesbot:
  • Geen vleesbot aan brok-etende honden: Honden die brokken eten hebben minder zuur maagzuur, doordat brokken koolhydraatrijk zijn. Als je persee wel vleesbot aan brok-etende honden wil geven: wees tenminste zeer voorzichtig en voer alleen zachte vleesbotten van kleine dieren zoals kip, eend, konijn, parelhoen. Geef in ieder geval nooit brok en bot in 1 maaltijd.
  • Leren kluiven: Honden die nog nooit botten hebben gegeten, moeten soms leren om op vleesbotten te kluiven. Sommige honden vinden het prettig wanneer je het vleesbot vast houdt, zodat ze eraan kunnen knabbelen. Andere honden worden daar juist feller van, willen het bot uit je handen rukken en schrokken het dan versnelt op. Doet je hond het laatste, is het veiliger om het bot direct aan je hond te geven.
  • 'Leren' verteren: Honden die nog nooit botten hebben gegeten moeten vleesbotten leren te verteren. Geef daarom de eerste weken alleen zachte vleesbotten van kleine dieren. Begin bijvoorkeur bij kippennekken of eendennekken, plet deze met een vleeshamer.
  • Inslikken van nekken: De meeste middelgrote en grote honden slikken kippennekken en eendennekken in 1 keer door. Schrik daar niet van. Maar dit is dus de reden waarom we aanraden de nekken te pletten met een hamertje. Kippen en eendennekken zijn namelijk bedoeld de hond vleesbot te leren verteren. Als ze in 1 keer worden ingeslikt: kan dat geen kwaad. Zodra de nekken goed worden verteerd, kun je overstappen naar grotere vleesbotten van kleinere dieren, die niet in 1 keer ingeslikt worden.
  • Grotere vleesbotten van kleine dieren zijn : Delen van hele kip of hele parelhoen of hele eend of hele konijnen of kwartel of fazant of de karkassen daarvan.
  • Volgende stap na de nekken : Als de nekken goed verteren, stap dan over op andere vleesbotten van kleinere dieren. Zoals kippenvleugel (deze kan goed geplet met een vleeshamer of snoeischaar ook als beginnersbot gegeven worden in plaats van nekken), kipkarkas, eendkarkas, parelhoenkarkas, konijnkarkas, hele konijnen of parelhoenen, hele kwartel, etc.
  • Volgende stap na vleesbot van kleine dieren : Pas als deze vleesbotten van kleine dieren probleemloos gegeten en verteerd worden, stap dan pas over op vleesbotten van grotere dieren. Dit is overigens niet noodzakelijk. Honden halen voldoende voedingsstoffen uit alleen vleesbotten van kleinere dieren. Zelfs voor kluifwerk hebben ze geen vleesbotten van grotere dieren nodig. Geef voor goed kluifwerk gewoon een hele of halve kip of eend of parelhoen. Kluifwerk genoeg!
  • Geschikte vleesbotten van grotere dieren 1 : Geef alleen vleesbotten van jonge grotere dieren zoals lam, jong geit, jong hert, kalf, etc. Botten van oudere dieren kunnen het gebit beschadigen. Bovendien verteren de botten slecht/moeilijk.
  • Geschikte vleesbotten van grotere dieren 2 : Geef alleen vleesbotten van jonge grotere dieren die geen gewicht hebben gedragen dus nek, ribben, heupen, schouders of schedel.
  • Ronduit gevaarlijke botten : geef nooit 1 enkele rib, niet van lam, niet van geit, van geen enkel dier! Honden kunnen deze in 1 keer inslikken. Honden kunnen daar in stikken of het bot kan een obstructie veroorzaken. Kijk om dezelfde reden uit met kalkoennek en ossen of kalfsstaart.
  • Geef geen gewichtdragende botten : Geef geen vleesbotten van grotere dieren die gewicht hebben gedragen. Dus geen knie of poot. Kippenpoot kan wel: kip wordt altijd jong geslacht. Kippenpoot is echter weer geen geschikt beginnersbot.
  • Geef nooit kale vleesbotten : Zorg dat er altijd meer dan 50% vlees aan het bot zit. Twijfel je of het vleesbot voldoende vlees bevat: geef er dan extra pens of spiervlees bij. Beter wat meer vlees dan te weinig vlees.
  • Geef nooit gekookte botten : Geef nooit gekookte botten. Gekookte botten veranderen van structuur en worden knetterhard en gaan splinteren. Ze kunnen schade aan gebit en spijsverteringssysteem veroorzaken!
  • Geef nooit varkensbotten : Varkensbotten moet je niet rauw geven, om dezelfde reden als dat je geen ongekookt varkensvlees moet geven. Varkensvlees, varkensbotten, varkensorgaanvlees kan de ziekte van Aujeszky met zich meedragen. Deze virusziekte is volstrekt onschadelijk voor de mens (en daarom komt eventueel besmet vlees wel in de voedselketen terecht) maar katten en honden overlijden onherroepelijk wanneer zij met dit virus besmet raken. Nederland heeft sinds enkele jaren de status Aujeszky-vrij, wat zoveel inhoud als dat men de varkens niet meer tegen deze ziekte vaccineert, wat zoveel betekent als dat de kans op Aujeszky uitbraken groter wordt. Varkensbotten kun je niet gekookt geven, vanwege bovenstaande gevaar (bovenstaande genoemde punt).
  • Liever niet: Geef liever geen vleesbotten van grote dieren op de nuchtere maag aan beginnende barfhonden (niet iedere hond verteerd deze goed) of geef er extra pens of spiervlees bij.
  • Als de ontlasting wit en zeer kalkachtig is : was de verhouding bot / vlees niet optimaal. Wees erop bedacht dat te kale of te harde botten obstipatie kunnen veroorzaken. Geef voortaan minder grote/minder kale botten. Op zich is een keertje witte ontlasting niet erg. Maar structureel witte/kalkachtige ontlasting betekent teveel bot of te kaal bot.
  • Obstipatie: Als je hond de dag na het eten niet kan ontlasten: heb je teveel of te kaal bot gegeven. Het is niet de bedoeling dat een hond structureel moeilijk ontlast! Geef minder kaal bot of minder bot. Gebruik alleen in overleg met een dierenarts eventueel een klisma om de hond te helpen bij het ontlasten. In sommige gevallen kan een klisma de problemen ernstig verergeren, dus gebruik dit niet zomaar!
  • Vleesbot van grote en kleine dieren: Vleesbotten van grote dieren veroorzaken meer problemen met obstipatie dan vleesbotten van kleinere dieren. Botten van kleinere dieren zijn altijd zachter en makkelijker te verteren. Zeker voor de beginnende hond!
  • Toezicht : Geef nooit vleesbotten zonder dat er toezicht is. Nooit. Een bot kan vast komen te zitten tussen de kiezen. Of nog erger, in de keel of luchtpijp schieten (zie Heimlich procedure). Je moet erbij zijn om direct in de kunnen grijpen.
  • Maag/darmobstructie : Botten kunnen ook vast komen te zitten in het spijsverteringskanaal. Wees daarop bedacht. Ga onmiddellijk naar de dierenarts indien je een obstructie vermoed.
  • Symptomen van obstructie zijn : misselijkheid, steeds overgeven, niet goed kunnen ontlasten (er kunnen wel hele kleine beetjes ontlasting geloosd worden), buikpijn. Weet dat bot op rontgenfoto zichtbaar is! Een rontgenfoto kan dus duidelijkheid scheppen over of er een bot-obstructie zit of niet.
  • Honden braken soms stukjes bot uit : Dit gaat vaak gepaard met geel slijm. Op zich niet iets om je ongerust over te maken. Wat niet verteerd kan worden, spuugt de hond uit. Een normale reactie van het lichaam. Kijk wel of dit steeds bij dezelfde botten gebeurd en schrap deze zonodig van het menu.
  • Een gewaarschuwd mens telt voor twee : Het lijkt misschien (het bovenstaande gelezen te hebben) dat er dagelijks dingen mis gaan met het eten van botten. Dit is niet het geval. Er gaat gelukkig zelden iets mis. Maar, niets in het leven is helemaal zonder gevaar en ik vind dat iedereen zich van mogelijke gevaren bewust moet zijn.



De heimlich procedure:

Wat te doen als een hond zich in een voorwerp (dus bijv. een vleesbot) verslikt :

Als een hond in een voorwerp dreigt te stikken, dan is het raadzaam eerst te proberen dit voorwerp uit de luchtweg te verwijderen. Indien dit niet mogelijk is, pas dan de Heimlich Procedure toe.
  • Til de hond onderste boven op, met zijn rug tegen jouw borst.
  • Duw eerst met je hand/arm lichtjes onder de ribben om te voelen of je onder de ribben zit
  • Geef nu met beide armen 5 zeer korte en krachtige duwen in de buikholte, onder de ribben
  • Kijk of het voorwerp tevoorschijn komt in de bek/begin luchtweg. Zo ja: verwijder en geef neus op mond beademing. Zo niet, ga terug naar stap 1
heimlich-2.jpg
heimlich-2.jpg (20.58 KiB) 16067 keer bekeken
Indien je hond te groot is om hem op te tillen, voer de procedure als volgt uit:
heimlich-1.jpg
heimlich-1.jpg (18.18 KiB) 16067 keer bekeken
heimlich-3 (1).jpg
heimlich-3 (1).jpg (48.24 KiB) 16067 keer bekeken

Barfplaats wordt gesponsord door