Hier kun je artikelen/informatie over medische zaken posten en vinden, dat als naslagwerk kan dienen voor de forumleden. Dit is GEEN vragen of discussie-categorie.

Moderator: Charlie Angel

Door Lizzy
#1513961
Diarree bij de hond.

Iedere hond heeft wel eens diarree. In de meeste gevallen gaat het om een onschuldig virusje of om iets smerigs dat de hond van straat gegeten heeft, waardoor de darmen van streek zijn. Maar er zijn ook ernstige oorzaken voor diarree. In dit artikel ga ik de verschillende oorzaken en remedies uitwerken.

Allereerst valt er te onderscheiden : een acute diarree waarbij de hond doodziek is, braakt, zich echt hondsberoerd voelt en eventueel zelfs koorts heeft. Hier is het heel raadzaam om snel naar de dierenarts te gaan. Een hond heeft koorts wanneer de temperatuur (rectaal opgemeten) hoger is dan 39 graden.

Een paar dagen diarree waarbij de hond verder niet ziek is, geen koorts heeft, niet braakt en nog wel drinkt en eet: daar is geen paniek of reden om direct naar de dierenarts te gaan.

Oorzaken: er zijn heel veel verschillende oorzaken voor diarree. De belangrijkste zijn:

• Een virus. Van parvo tot corona tot een onschuldig buikvirusje.
• De hond heeft vreemde dingen gegeten.
• De hond heeft bedorven voedsel gegeten.
• Verandering van voer.
• Een bacteriële infectie.
• Een protozoa (ééncellige parasitaire) besmetting zoals giardia.
• Een parasitaire besmetting met wormen.
• De hond heeft een gevoelige darmflora
• Psychische oorzaken (bijvoorbeeld stress)
• Een voedsel allergie
• Een immuun probleem.
• Reactie op (meestal) parvo vaccinatie.
• Lever of nierproblemen.
• Maligne lymfoom van de darmwand.


We onderscheiden dunne darm diarree en dikke darm diarree.

Bij dunne darm diarree zie je grote hoeveelheden waterige ontlasting waarbij de hond vaak misselijk is en moet overgeven. Bij waterdunne diarree en overgeven kan de hond heel snel uitdrogen. Vaak kan de hond de ontlasting wel goed ophouden.

Bij dikke darm diarree is de ontlasting breiig of slijmerig en de hond kan de ontlasting moeilijk ophouden (verhoogde aandrang). Er zit regelmatig vers bloed bij de ontlasting (vaak door het persen). Meestal is de hond verder niet ziek, hoeft hij niet over te geven en is er minder risico op uitdroging. De hond kan ook beide hebben, dus dunne en dikke darm diarree. Het hele darmkanaal is dan van slag.

We kunnen ook nog chronische acute diarree onderscheiden.

Acute diarree: wanneer een hond een paar dagen diarree heeft maar verder niet ziek is, geen koorts heeft, eetlust heeft en nog normaal drinkt; dan hoef je eigenlijk geen enkele actie te ondernemen. Vroeger riep men dat je direct gekookte kip met doorgekookte rijst aan de hond moest geven, maar tegenwoordig wordt aangeraden om simpelweg de normale voeding te blijven verstrekken. Want de voedselverandering van de normale voeding naar gekookte kip met rijst en terug naar de normale voeding kan al voldoende zijn om de hond alsmaar aan de diarree te houden. Vroeger riep men ook dat je een hond met diarree moet laten vasten. Ook die tip is een beetje achterhaalt. Wanneer de hond bijvoorbeeld een teveel aan ziekmakende bacteriën in de darm heeft zitten (door een verminderde weerstand) en je laat de hond vasten: dan leg je het darmstelsel stil. Hierdoor blijven de bacteriën juist in de darm achter. Waardoor de bacteriën zich juist kunnen vermenigvuldigen. En waardoor het probleem alleen maar groter wordt. Beter blijf je normaal eten verstrekken zodat de darminhoud ‘door blijft spoelen’.

Dus eigenlijk, bij een ‘standaard-paar-daagjes-diarree’ doe je het beste niks. Wat wel altijd goed is ter ondersteuning van het natuurlijke genezingsproces is het geven van probiotica (bijvoorbeeld acidophilus – te koop bij drogisterijen en reformwinkels) en Okugest van VSM. Dit middel is gewoon te koop bij de drogist, is gemaakt voor mensen, maar kan prima aan de hond gegeven worden. We geven de hond de helft van de volwassen mensendosering. De pup geven we een kwart van de volwassen mensendosering (dit geldt voor zowel de probiotica als de Okugest). Okugest werkt bij misselijkheid, diarree, opgeblazen gevoel en werkt ter verbetering van de spijsvertering. Diarree en misselijkheid kunnen optreden bij spijsverteringsstoornissen ten gevolge van virale- en bacteriële infecties of verkeerde voeding. In alle drie de gevallen werkt Okugest ondersteunend.

Wanneer de hond diarree heeft en weigert te eten, dan is het goed om de hond wel te laten vasten. Dwangvoeren is geen goed idee. De hond weet in zo’n geval zelf wat het beste voor hem is en als dat is “niet eten”, moet hij niet gevoerd worden. Biedt het eten aan, maar haal het weer direct weg als hij het niet hoeft. Probeer de hond ook niet over te halen om wat te eten. Het is, bij diarree, wel belangrijk dat de hond blijft drinken, anders bestaat het risico op uitdroging.

Wat nou bij steeds terugkerende of chronische diarree? In veel van deze gevallen wordt de hond op speciaal voer gezet. En vaak is het probleem dan opgelost. Maar net zo vaak ook niet. Want niet alle chronische diarree problemen kunnen worden opgelost met voeding. Dus in geval van chronische diarree is het raadzaam om naar de dierenarts of specialist te gaan.

En zelfs voor de dierenarts en specialist is het niet altijd even gemakkelijk om de oorzaak van chronische diarree te achterhalen. Want stel de hond heeft een chronische dikke darmontsteking. Een chronische dikke darmontsteking kan weer veroorzaakt worden door een ernstige wormbesmetting, een giardia besmetting, immuunsysteem storingen, bacteriële infecties, enzovoorts. Toch is het achterhalen van de werkelijke oorzaak heel belangrijk. Want, stel de hond heeft een bacteriële infectie met bijvoorbeeld de Clostridium bacterie; dan gaat een wormenkuurtje of een giardia-kuurtje echt niet helpen. En stel de hond heeft een giardia besmetting; dan gaat een antibiotica kuurtje echt niet helpen (ergo, antibiotica tast juist de darmflora weer aan en voorzichtigheid bij het geven van antibiotica bij diarree is dus geboden!).

Een besmetting met de Clostridium bacterie is overigens een beetje een “kip en het ei verhaal”. Wat was er eerder, de bacterie of de verzwakte darmflora? Bij een verzwakte darmflora krijgt de bacterie de kans zich te manifesteren. In een gezonde darmflora is die kans vele malen kleiner! De bacterie moet met behulp van een antibiotica bestreden worden. Maar om herhaling van besmetting te voorkomen, is het een goed idee om de darmflora te verbeteren met probiotica. Giardia kan ook een oorzaak zijn voor chronische diarree. Ook hier speelt een fragiele darmflora en een verminderde weerstand weer een grote rol. De symptomen zijn steeds terugkerende diarree en op een gegeven moment zie je zelfs problemen met de vertering van voedsel en zie je de hond vermageren. Je ziet hier ook grote bergen grijze, stinkende diarree. De giardia parasiet moet door de dierenarts vastgesteld worden, met behulp van de ELISA of bijvoorbeeld de Idexx Giardia snaptest. De parasiet moet met een middel, voorgeschreven door de dierenarts, bestreden worden. Ook hier (het wordt een beetje saai), is het zeer raadzaam om na de kuur de darmflora te verbeteren met behulp van probiotica.

Helaas zijn er ook dramatische oorzaken voor chronische diarree zoals Maligne Lymfoom. Of Lymfocytaire Plasmacellulaire Enteritis (LPE) en Protein Losing Enteropathy (PLE). Bij veel van deze immuun gerelateerde ziektes worden zeer zware medicijnen zoals prednison en Immuran ingezet. Maar ook in geval van LPE en PLE kan de oorzaak van het probleem soms weer net ergens anders. Zo kan een oorzaak van PLE weer liggen in een voedselallergie of een bacteriële infectie of een giardia besmetting of een zeer fragiele darmflora. In beide gevallen zal er verder gezocht moeten worden naar de oorzaak. Dit is een taak voor de specialist.

In alle bovenstaande gevallen kan het geen kwaad om de hond extra probiotica te geven. Dit verbeterd de darmflora. In geval van kanker en PLE zie je vrijwel zeker geen verbetering van de klachten. In geval van LPE soms wel.

Een andere oorzaak voor chronische diarree is EPI, oftewel Exocriene Pancreas Insufficiëntie. Hier zie je dat de hond enorme bergen dunne/breiige stopverfkleurige ontlasting produceert. Meestal verliest de hond gewicht. Wanneer een dierenarts EPI vermoed, zal hij een ontlastingsonderzoek en een TLI test uitvoeren (TLI = Trypsine-Like-Immunoreactivity). Deze problemen worden behandeld door de hond pancreasenzymen toe te dienen (door middel van een poeder of door middel van verse runderpancreas).

In bovenstaande gevallen van chronische diarree kan het ook raadzaam zijn om, in overleg met de dierenarts of specialist, de voeding aan te passen. De hoeveelheid ruwvezel kan verhoogd worden door bijvoorbeeld een middel als Protexin Fibre (daar zit ook tegelijkertijd een probiotica in - te bestellen via de dierenarts) te geven en tevens kan men werken aan het minder fragiel maken van de darmflora door bijvoorbeeld af en toe vuile pens te geven of door de hond op een verse, rauwe voeding te zetten. De darmflora wordt ook minder fragiel door de toevoeging van probiotica en door af en toe een klein beetje gezonde tafelrestjes te geven. Te denken valt aan bijvoorbeeld gekookte bladgroentes (geen prei, ui en kool) en zuivel zoals yoghurt en kwark.

Voedselallergie als oorzaak voor diarree. Wanneer de diarree (naar alle waarschijnlijkheid) veroorzaakt wordt door voeding, is dat meestal of door graan (meestal een graansoort zoals tarwe of mais. Minder vaak door rijst, daar rijst vrij is van gluten) of door een specifiek dierlijk eiwit. En eerst zal uitgezocht moeten worden of de hond inderdaad een voedselallergie heeft en zo ja, voor welk voedsel de hond allergisch is. De hond moet 9 weken op een speciaal voedsel gezet worden. Dat kan zijn :

• Een zelf samengesteld dieet waarbij een vleessoort wordt gebruikt dat de hond nog nooit eerder gegeten heeft (en dus nog geen allergie voor heeft opgebouwd). Te denken valt aan eend, paard, geit, konijn.
• Een kant en klaar vers/rauw eliminatie dieet zoals bijvoorbeeld Carnibest Eend & Rijst (werkt alleen als de hond nooit eerder eend heeft gegeten)
• Een zogenaamde hypo-allergene brok, dat ook weer vleessoort bevat dat de hond nooit eerder gegeten heeft (ik beveel dit natuurlijk niet aan)
• Een hydrolysaat voer, waarbij de eiwitten door een bepaald proces verkleind zijn en er geen allergische reactie meer kan optreden (idem als hierboven).

De hond mag 9 tot 12 weken lang absoluut niets anders eten dan het speciale voer. Geen koekje, snoepje, niks. Let er ook op dat de hond niks van straat eet. Wanneer de hond na 9 weken geen last meer heeft van diarree, dan kun je er vanuit gaan dat de hond inderdaad allergisch is voor een specifieke voedingsstof. Je weet dan alleen nog niet welke dat is. Er zijn drie manieren om nu verder te gaan.

• De eerste is dat de hond levenslang op een hydrolysaat-brok blijft staan. Dit is een nogal slechte en dure oplossing.
• Een andere optie is om een (vaak goedkoper) voer te zoeken waar de hond goed op reageert. Het nadeel hiervan is dat vaak toch weer een allergie opgebouwd wordt tegen het nieuwe voer.
• Een derde optie is om exact uit te vinden voor welk voedingsmiddel de hond allergisch is (door iedere twee weken een nieuw voedingsmiddel toe te voegen aan het eliminatie dieet) en daarna alleen de voedingsmiddelen van het menu te schrappen waar de hond allergisch voor is. De hond blijft in dit geval zo gevarieerd mogelijk eten. En er zijn holistische dierenartsen die in de praktijk hebben gezien dat de hond minder snel een nieuwe allergie opbouwt wanneer hij zo gevarieerd mogelijk blijft eten. Dit is eigenlijk alleen goed uit te voeren wanneer de eigenaar de voeding zelf gaat en blijft samenstellen, volgens de barf-methode.

Homeopathische middelen bij diarree. Natuurlijk zijn er, naast Okugest, een aantal andere homeopathische middelen die bij zowel acute als bij chronische diarree ingezet kunnen worden. Ik zal de belangrijkste noemen:

Aloë D12, 2 maal per dag 1 dosis: dit middel wordt vaak ingezet bij zowel acute als bij chronische dikke darmontstekingen die gepaard gaan met diarree met slijm en bloed. Het middel past vooral goed wanneer de hond ook winderig is en wanneer de hond ontlasting verliest tijdens het plassen.

Antimonium Crudum D30, 1 maal per dag 1 dosis: past bij chronische waterige en slijmerige diarree waarbij de diarree afgewisseld wordt met verstoppingen.

Argentum Nitricum D6, 3 maal per dag 1 dosis: diarree wordt altijd veroorzaakt door opwinding en het betreft honden die angstig of schrikkerig zijn.

Arsenicum Album D12, 2 maal per dag 1 dosis: diarree is vrijwel altijd waterdun en wordt met beetjes tegelijk geloosd en de diarree wordt door een virus of bedorven voedsel veroorzaakt. Bij dit middel zie je dat de hond snel vermagerd en uitgeput raakt.

Carbo Vegetabilis D6, 3 maal per dag 1 dosis: waterige, stinkende diarree. Vaak heeft de hond ook last van gasophopingen.

China D6, 3 maal per dag 1 dosis: bij acute diarree waarbij er sprake is van veel vochtverlies, snelle uitputting en vermagering.

Gelsemium D6, 3 maal per dag 1 dosis: diarree door opwinding door overmatige geslachtsdrift.

Lycopodium D12, 2 maal per dag 1 dosis: vaak zie je eerst normale ontlasting die gevolgd wordt door diarree. De hond is winderig en heeft gasophopingen. Er is sprake van een dikke darmontsteking. Oorzaak kan een storing in de lever en/of nierfunctie zijn.

Mercurius Vivus D6, 3 maal per dag 1 dosis: wordt gegeven bij een acute dikke darmontsteking. Vaak is er ook tegelijkertijd sprake van een ontsteking in de bek. Er zit slijm en bloed bij de ontlasting. Veelal is er sprake van een chronische dikke darmontsteking.

Natrium Muriaticum D12, 3 maal per dag 1 dosis: dit middel past alleen bij honden die chronisch ’s morgens diarree hebben en die ’s middags en ’s avonds weer over is.

Nux Vomica D6, 3 maal per dag 1 dosis: de hond heeft vaak diarree door voedselveranderingen of een voedselvergiftiging. Diarree is vaak afgewisseld met verstopping en hier zie je duidelijk dat psychische indrukken de oorzaak zijn voor de diarree. De honden zijn ook aan de diarree bij de geringste voerverandering of door het gebruik van medicijnen. Typisch kenmerk van een nux vomica hond is dat hij zijn eten naar binnen schrokt.

Okoubaka D2, 3 maal per dag 1 dosis: maagdarmproblemen veroorzaakt door bedorven voedsel.

Podophyllum peltatum D3, beginnen met 1 maal per 15 minuten 1 dosis tot verbetering optreedt. Daarna 3 maal per dag 1 dosis: waterdunne diarree die eruit spuit en vreselijk stinkt. De hond heeft buikpijn, eet niet, drinkt wel, is lusteloos. En dit is een typisch een voorbeeld van een type diarree die voor snelle uitdroging en sterfte kan zorgen, zeker bij pups en jonge honden. En waarbij dus hulp van de dierenarts ingeroepen dient te worden.

Pulsatilla D6, 3 maal per dag 1 dosis: de hond krijgt diarree na het eten van vet voedsel of fruit en van teveel of te koud voedsel. De diarree heeft steeds een ander uiterlijk en een andere kleur maar is wel steeds slijmerig.

Rheum D3, 3 maal per dag 1 dosis: zuurruikende diarree door dikke darmontsteking. De diarree is vaak slijmerig en breiig.

Sulfur D30, 1 maal per dag 1 dosis: chronische diarree die afgewisseld wordt met verstoppingen. Soms zelfs in 1 ontlasting. De hond heeft vooral ’s morgens diarree en kan het vaak niet eens ophouden. De rest van de dag zijn er geen problemen.

Wanneer de hond, na de diarree, een slappe anussluitspier overhoudt (onwillekeurig verlies van ontlasting dus onzindelijkheid), dan kan elke dagen 3 maal per dag Causticum D12 en Aloë D12 gegeven worden.


Nog even iets over het stoppen van diarree met behulp van medicijnen. Diarree is een reactie van het lichaam om iets versnelt kwijt te raken dat in het lichaam zit en er niet thuis hoort. Neem bijvoorbeeld een invasie van ziekmakende bacteriën. Wanneer je de diarree nu stopt, blijven de bacteriën alleen maar langer in de darm, alwaar ze zich ‘heerlijk’ kunnen vermenigvuldigen en de problemen alleen maar erger worden. Meestal is het stoppen van diarree dus geen goed idee. Gebruik alleen stoppende medicijnen indien de dierenarts ze voorschrijft.

Wel is er nog een natuurlijk middel dat gegeven kan worden die de ontlasting dikker maakt. Dat is de blauwe bosbesvrucht oftewel de vaccinium myrtillus. De blauwe bosbesvrucht bevat tanninen die te ontlasting dikker maakt, maar bovendien hebben ze een antiseptische werking. De vrucht kan dus vers of in capsulevorm aan de hond gegeven worden bij waterdunne diarree die veroorzaakt wordt door een bacteriële infectie.

Dus, wanneer naar de dierenarts? Wanneer de hond last heeft van chronische diarree (die langer dan 1 a 2 weken aanhoudt of steeds terugkeert).

Wanneer de diarree waterdun is en langer dan drie dagen aanhoudt. Voor pups geldt dat je (afhankelijk van de leeftijd van de pup en de ernst van de diarree) direct of na 12 of 24 uur naar de dierenarts moet.

Wanneer de diarree gepaard gaat met bloed, koorts, braken, sufheid, buikpijn en niet meer willen plassen, dan ga je zo snel mogelijk naar de dierenarts.
Laatst gewijzigd door Lizzy op wo 10 feb 2010, 14:54, 1 keer totaal gewijzigd.

Barfplaats wordt gesponsord door