- di 17 mar 2009, 16:12
#1209680
Aanvullende informatie ontvangen van Fido, met onze hartelijke dank aan Fido!
Spoedarts Nelleke Offereins van de Spoedkliniek heeft in samenwerking met de internisten Tjerk Bosje, Erik den Hertog en het vergiftigingencentrum een artikel gepubliceerd in het TvD van 15 februari jl. Dit naar aanleiding van een tweetal gevallen van fatale zoutintoxicatie bij honden. Hiermee wilden we alle dierenartsen waarschuwen voor het gevaar van het gebruik van zout als braakmiddel. Keukenzout wordt regelmatig gebruikt om dieren thuis te laten braken na inname van een ongewenste stof of een voowerp.
Wanneer de eigenaar op internet of bij de dierenarts informatie zoekt over een mogelijke vergiftiging,Op internet of door de dierenarts wordt het geven van dit huismiddel vaak geadviseerd als eerste-hulpactie. In de Spoedkliniek worden we zo nu en dan geconfronteerd met dieren die zout hebben gekregen en als gevolg daarvan ziek worden. In het bloed zijn dan verhoogde natrium en chloorwaarden te vinden. Bij geringe verhogingen is een zoutintoxicatie meestal goed te behandelen, maar het afgelopen jaar hebben we ook twee keer meegemaakt dat het ernstig mis ging. Dit ging om dieren met sterk verhoogde natrium- en chloorwaarden als gevolg van zoutopname.
Het eerste geval ging om een 8 jaar oud Schipperke van 4,5 kg. Deze werd bij de dierenarts aangeboden nadat de eigenaresse de hond per ongeluk een halve tablet (à 0,25 mg) digoxine had gegeven. De eigenaresse had de hond na overleg met een dierenarts thuis laten braken door zout in de bek van de hond te geven. Het Schipperke begon te trillen, kreeg een tachycardie en liet de ontlasting lopen. De dierenarts gaf apomorfine, legde een infuus aan en verwees de hond op verdenking van een digoxinevergiftiging naar de Spoedkliniek. Aangekomen op de Spoedkliniek toonde het Schipperke zich erg onrustig. Bij lichamelijk onderzoek viel op dat de hond een snelle hartslag en hoge lichaamstemperatuur (40.1oC) had, en te snel ademde. Kort na opname kreeg het dier een epileptiforme aanval. Bij bloedonderzoek werd een ernstige hypernatriëmie en hyperchloremie gevonden, passend bij een zoutintoxicatie. De hond werd behandeld met infuus, anti emetica, diazepam en furosemide (natriureticum!). De hond bleef hypertherm, kreeg vers bloed in het braaksel en zwarte ontlasting. Zout heeft een irriterende werking op het slijmvlies van het maagdarmkanaal, waardoor anorexie, braken en diarree vaak de eerste verschijnselen na opname van een overmaat zout zijn. Door de hoge natriumconcentratie in het bloed verplaatst water zich vanuit de weefsels naar het vaatbed, waardoor het dier hypervolemisch wordt. Dit kan uiteindelijk leiden tot perifeer-en longoedeem. Wanneer de natriumconcentratie ook in de hersenen gaat stijgen, raakt hersenweefsel beschadigd, met neurologische klachten als gevolg. De patiënt wordt rusteloos, prikkelbaar, lethargisch en/of krijgt spiertrekkingen, toevallen en hyperthermie. Uiteindelijk kan de patiënt in coma raken en komen te overlijden. Bij honden worden klinische symptomen duidelijk bij een natriumconcentratie van meer dan 170 mmol/l. Hoewel het Schipperke na 7 uur klinisch leek te verbeteren, bleven de natrium- en chloridewaarden onmeetbaar hoog. De patiënt overleed 10 uur na de toediening van het zout. En dat bleek dus veel ernstiger dan het halve tabletje digoxine waar het hele verhaal mee begonnen was. Een paar maanden later werden we weer geconfronteerd met zo’n trieste geschiedenis.
Een 12,5 jaar oude Skye Terrier had sinds 6 maanden last van polyfagie, pica, polyurie-polydipsie, een voller abdomen en problemen met verharen. Op de dag van aanbieden verorberde ze de sok waarmee ze al jaren speelde. Op advies van de dierenarts gaven de eigenaren de hond twee keer een eetlepel zout om te braken. Toen de hond niet braakte, gaf de eigenaar, wederom op advies van de dierenarts, een tweede eetlepel zout. Ook ditmaal werd er niet gebraakt. De hond braakte niet en ook niet na injecties apomorfine en werd doorgestuurd om de sok endoscopisch te laten verwijderen. Voordat dit kon plaatsvinden, 6 uur na inname van de eerste hoeveelheid zout, een epileptiforme aanval. Ook bij deze hond bleek uit bloedonderzoek dat er sprake was van een ernstige zoutintoxicatie. De hond werd behandeld met infuus, diazepam, fenobarbital en propofol. De hond werd soporeus, rusteloos, trilde en had een tachypnoe. Ze raakte 12 uur na de eerste epileptiforme aanval in een comateuze toestand en werd geeuthanaseerd. Aan een endoscopie, laat staan onderzoek
naar Cushing, zijn we dus nooit toegekomen.
Welke hoeveelheid zout is eigenlijk gevaarlijk voor honden? Voor een kleine hond kan met één eetlepel (15-25 gram) de lethale dosis van 3,7 g/kg lichaamsgewicht bereikt worden. Toxische effecten kunnen al optreden vanaf 1,9 g/kg lichaamsgewicht. Meestal gaat het goed omdat het zout weer wordt uitgebraakt. Maar als het toegediende zout niet (geheel) uitgebraakt wordt, bestaat er, zeker bij kleinere honden, al snel een risico op een zoutintoxicatie. De mortaliteit van een acute hypernatriëmie is hoog, met name als er neurologische verschijnselen optreden. Wij raden het gebruik van zout als braakmiddel af vanwege het mogelijk ernstige verloop van een zoutintoxicatie.
Bij een zoutintoxicatie is sprake van een acute hypernatriëmie. Een snel ontstaan hoog natriumgehalte in het bloed en het feit dat de dieren vaak hypervolemisch zijn, vraagt een andere behandeling dan een hypernatremie die veel langzamer ontstaan is. Dan is er vaak ook sprake van hypovolemie of isovolemie. Bij een acute hypernatriëmie kan de Naconcentratie sneller gecorrigeerd worden dan bij een chronische hypernatriëmie. In beide gevallen bestaat het risico op hersenoedeem door het ontstaan van een omgekeerde gradiënt. Het infuusbeleid moet daarom met beleid worden ingesteld en goed geëvalueerd worden. Daarnaast kan furosemide ingezet worden als natriureticum. Om dieren met een zoutintoxicatie en andere vormen van hypernatriëmie goed op te kunnen vangen, hebben we hiervoor op de SDA een protocol ingevoerd.
Nelleke Offereins