Hier kun je al je vragen, problemen en stellingen kwijt met betrekking tot het zelf samenstellen voeding.

Moderator: Lizzy

#3165329
Bij toeval lees ik in een topic van jaren terug dat je schapenpens eerst drie weken moet invriezen. Zie hieronder

http://www.barfplaats.nl/forum/index.ph ... ,63.0.html


In dat topic wordt verwezen naar een link die helaas niet meer werkt. Nu heb ik een paar weken terug vuile lamspens gehaald bij een islamitische slager en hiervan die dag al een stuk gegeven. Nu ligt er ook al weer wat te ontdooien voor morgen. Kan iemand mij wat wijzer maken over wat wijs is met lams/schapenpens?

Mijn dank
#3165396
Het gaat niet alleen om leverbot bij rauw schapenvlees. Het gaat vooral om Echinococcus granulosus. Oftewel de kleine lintworm. En om die te doden moet je vooral orgaanvlees eerst 2 dagen invriezen op tenminste -20 graden.
#3165398
Ik zet het hele artikel hier even neer voordat de link ooit verdwijnt:

Echinococcus granulosus

Geografische verspreiding:
E. granulosus komt over de hele wereld voor, vooral in plattelandsgebieden waar honden de organen van geïnfecteerde dieren kunnen opnemen. In Europa komt E. granulosus endemisch voor in Zuid-Europa en rond de Balkan (met name Roemenië). In onze gebieden is het een zeldzame parasiet die vooral als importinfectie wordt gevonden.

Levenscyclus:
De lintworm Echinococcus granulosus is een kleine lintworm van slechts 3 à 6 mm lang die Canidae als eindgastheer heeft. In de dunne darm van een hond kunnen duizenden van deze (kleine) lintwormen aanwezig zijn. De prepatente periode varieert van 1 tot 2 maanden en de volwassen E. granulosus leeft 6 tot 24 maanden. De verspreiding van de eieren (die onmiddellijk infectieus zijn) gebeurt na het uiteenvallen van de proglottide door regen, invertebraten of door het blijven kleven aan de vacht. De eieren overleven enkele maanden in de winter, maar slechts 2 à 3 weken in de zomer.

De hond wordt geïnfecteerd met Echinococcus granulosus door het eten van besmet vlees, vaak slachtafval of kadavers van tussengastheren die besmet zijn met hydatidecysten. Boerderij- en jachthonden, zijn daarom vaker besmet. Herkauwers, paarden en varkens zijn tussengastheren en deze besmetten zich door orale opname van eieren die door een besmette hond met de feces zijn uitgescheiden zijn. Er vormen zich cystes of hydatideblazen in het lichaam van de tussengastheer die wisselend van vorm en grootte zijn, maar ze worden vaak zo groot dat ze met het blote oog gemakkelijk zichtbaar zijn. Ze zijn het meest aanwezig in lever en longen, maar sporadisch kunnen ook in de hersenen, nieren en zelfs beenmerg blaaswormen voorkomen. Besmetting van de mens kan optreden vanuit de omgeving doordat eitjes worden uitgescheiden door de hond. Ook door het aaien van besmette honden, waarbij eitjes in de vacht kleven, kan de mens zich besmetten. De hond kan door likken gemakkelijk de plakkerige eitjes uit het perianale gebied over zijn vacht verspreiden en door het likken van de mens ook op die manier de infectie overbrengen.

Klinische aspecten (pathogenese):
Lintwormen hechten zich met de zuignappen en haken van de scolex aan de mucosa van de dunne darm vast en veroorzaken daar lokale beschadiging en een ontstekingsreactie. Meestal zijn deze zo beperkt dat er geen klinische symptomen ontstaan.

De E. granulosus blaaswormen in de tussengastheer (mens) bevatten veel vocht en wat ‘stof’, het zogenaamde hydatidezand, en veroorzaken meestal geen problemen. Dit is echter afhankelijk van de grootte en plaats van de blaas en de groeisnelheid (ongeveer 1 cm in diameter per jaar). Bij grote blazen in de lever of elders in het lichaam kunnen zich ernstige klinische klachten voordoen. Problemen ontstaan vooral wanneer er een blaas in het weefsel van de long of lever barst  Een mogelijke complicatie is dan anafylactische shock. Een dergelijke reactie kan ook optreden wanneer tijdens een operatie per ongeluk een cyste beschadigd wordt.

Echinokokkose komt in Nederland bij de mens alleen voor als importziekte. Er bestaat wel een endemische stam die een hond-rund cyclus heeft; het is echter sinds 1985 onzeker doordat er  geen slachthuiscontrole en registratie plaatsvindt hoe vaak die stam nog voorkomt. In 2004 is de runderstam nog wel een keer aangetroffen bij een humane patiënt en de vraag is of de runderstam nog voorkomt in NL. Sinds 2007 worden er, ten gevolg van runderimporten uit Roemenië, in het slachthuis wel weer meer E. granulosus gezien. Dit blijkt de schapenstam (G1) te zijn en niet de runderstam (G%). De schapenstam, die de belangrijkste pathogene variant is, komt vooralsnog in Nederland niet voor.

Diagnostiek:
Diagnose van echinococcose is bij de hond is zeer moeilijk omdat de proglottiden klein zijn en onregelmatig worden uitgescheiden. Er wordt ongeveer 1 gravide proglottide door E. granulosus per twee weken geproduceerd en deze is eivormig, 1 à 3 mm lang, met 1 genitaalporus. Er bevinden zich 400 tot 1000 eieren in. De eieren van lintwormen kunnen bij fecesonderzoek of met de kleefbandmethode ook gevonden worden. De eieren van Echinococcus spp. zijn 30 x 38 µm groot en hebben een straalsgewijs gestreepte, dikke wand. De eieren kunnen niet onderscheiden worden van die van Taenia spp. Daarom is het microscopisch onderzoek van de feces ongeschikt om de diagnose te stellen. De kleine Echinococcus lintwormen (2-7 mm) wordt meestal niet opgemerkt bij autopsie en kunnen zichtbaar worden gemaakt na het openen van de dunne darm door deze te spoelen met water of door mucosal scraping methode van de darm na overlangs openknippen van het jejunum (dit dient uiterst voorzichtig te gebeuren in verband met het risico van besmetting van de mens). Ze liggen vastgehecht aan de wand en zijn (moeilijk) te zien als kleine, smalle papillen.

Antigenen van Echinococcus spp. kunnen in de feces aangetoond worden met behulp van detectietesten voor copro-antigen. deze zijn echter commercieel niet meer verkrijgbaar. DNA van E. granulosus uit zowel humaan als dierlijk cystemateriaal of feces van honden kan aangetoond worden met behulp van de ‘polymerase chain reaction‘ (PCR).Op deze wijze kan ook onderscheid gemaakt worden tussen te verschillende genotypen (E. granulosus G1-G10).  Dit kan bij het RIVM (NRL parasieten).


Bestrijding en preventie:
Tegen Echinococcus is alleen praziquantel voldoende effectief, zowel oraal als per injectie. Preventief moet men vooral voorkomen dat honden rauw slachtafval of kadavers opeten. Slachtafval moet gekookt worden of minstens twee  dagen ingevroren zijn geweest (bij minus 20 °C) vóór het aan honden gevoerd wordt. In gebieden waar E. granulosus enzoötisch is (potentieel ernstige zoönose!), kan men preventief behandelen met praziquantel (iedere 4 tot 6 weken).
Laatst gewijzigd door Lizzy op wo 28 okt 2015, 08:11, 1 keer totaal gewijzigd.
#3165399
Aanvullende info:

http://www.barfplaats.nl/forum/index.ph ... msg1203027

De drie weken invriezen: dat was ooit gebaseerd op wat Ian Billinghurst en Mogens Eliasen daarover schreven. Het moest of 3 weken bij minus 18 graden worden ingevroren, of 10 dagen op minus 20 graden. In een later stadium bleek dat je het maar 4 dagen in hoeft te vriezen bij minus 18 graden. En twee dagen bij minus 20 graden. En 1 tot 2 weken bij minus 12 graden.

Voortschrijdende inzichten noemen we dat :)
 Terug naar “Vragen, Problemen en Discussie BARF”

Barfplaats wordt gesponsord door