Dé reden dat ik kies voor vers voeren is toename van hun plezier in eten/leven. Merel heeft 2 jaar geen vers gelust. Met lange tanden at ze 2-3 dagen per week die ene variant van die ene kvv, aangelengd met gemalen spiervlees wat er heel zorgvuldig door geprakt moest worden... Kreeg ze het langer, dan stopte ze met eten, ze vond het verschrikkelijk ranzig, vers eten.
Nu lust ze het sinds een jaar wel en graag. We zijn dus afgestapt van de kvv waarvan ik vond dat daar wel wat spiervlees aan ontbrak en natuurlijk ook van de brokjes. Ik heb er plezier in ze verschillende dingen te laten proeven. Hetzij door iets nieuws te geven, hetzij door combinaties te wisselen. vorige week had ik bijv. voor mezelf hutenkase gekocht, voor op brood. Indra was daar altijd dól op en dus besloot ik Merel en Maartje een lepel door hun groentenprut te geven. Leuk om dan te zien hoe dat geproefd/opgemerkt wordt. Soms denken ze even over of ze dat nou lekker vinden, soms is het gelijk smullen. Even moeten wennen aan een nieuwe smaak of een rare structuur (bijv. long, dat vindt Merel echt heel 'blegh' voelen
) vind ik prima. Als ik dat vertaal naar mezelf heb ik daar ook niks op tegen: iets proeven waarvan je niet onmiddellijk weet wat je er van vindt of waar je even aan moet wennen. Als ze iets écht niet willen eten (Merel eet bijvoorbeeld absoluut geen penslap, vindt ze vies voelen in haar mond, zo te zien) dan houd ik daar rekening mee. En Merel heeft weerstand tegen een hele sardien, daar begint ze aan, ze rommelt er mee en de ene keer eindigt dat in op eten en de andere keer in met vertrokken gezicht vertrekken. Sinds ik 'm voor haar in mootjes knip eet ze 'm gewoon op. Daar heb ik geen enkel probleem mee. Mijn doel van vers voer was immers hun maaltijdmomenten/leven leuker te maken. Ik lust zelf ook niet álles en dat sta ik mijzelf ook toe
Merel is overigens wel altijd aanwezig als Maartje een penslap eet. Sterker nog, Maartje eet 2 stukken. Er is dus altijd een stuk beschikbaar voor Merel, voor het geval ze op een dag besluit "vooruit dan maar..".
Ze hoeven van mij dus echt niet met lange tanden te eten, absoluut niet. Maar als ze iets niet direct je-van-het vinden geef ik ze wel kans er aan te wennen. En als de een het wel - en de ander het niet lust, dan maak ik van die gelegenheid ook wel gebruik om de interesse te blijven prikkelen.