een artikel uit 2001,
'k heb er wat uitgeplukt om t ab-verhaal/resisten/bacterie misschien wat duidelijker te maken
~
Het veterinaire resistentieprobleem in de intensieve veehouderij beperkt zich voornamelijk tot Gram-negatieve pathogene bacteriën*, met name Enterobacteriaceae en Pasteurella spp.4
De meeste multiresistente bacteriën die een probleem vormen in ziekenhuizen, veroorzaken zelden of nooit infecties bij dieren.
Bij de sporadische gevallen waarbij meticillineresistente Staphylococcus aureus (MRSA) bij dieren (paarden en honden) infecties veroorzaakten, kon in de meeste gevallen worden aangetoond dat een mens de primaire infectiebron was.
Omgekeerd kunnen echter ook resistente bacteriën afkomstig van dieren direct of indirect via vlees(producten) de mens bereiken.
Ondanks alle hygiënische maatregelen tijdens het slachten, is verontreiniging van vlees door bacteriën uit de darmen van het slachtdier niet te voorkomen.
Pathogene bacteriën kunnen dan (voedsel)infecties veroorzaken (zoönosen), en bacteriën die tot de normale darmflora van het slachtdier behoren, blijken in staat de tractus digestivus* van de consument te koloniseren of tijdens de darmpassage hun resistentiegenen over te dragen aan de daar levende commensale bacteriën*.
Het grootste risico van het gebruik van antibiotica bij dieren is echter de selectiedruk op de bacteriële flora, waardoor niet alleen pathogene bacteriën, maar ook de commensale flora van behandelde dieren resistent worden.
Dit risico is tot voor kort volledig onderschat.
Omdat bacteriën onderling resistentiegenen kunnen uitwisselen, vormt de commensale flora een reservoir van resistentiegenen voor (potentieel) pathogene bacteriën.
Voedsel van dierlijke oorsprong is altijd gecontamineerd met fecale flora van de dieren waarvan de producten afkomstig zijn.
Zo veroorzaken niet alleen resistente zoönotische bacteriën, zoals Salmonella spp., Campylobacter spp. en Yersinia spp., voedselinfecties, maar bereiken ook de normale darmbacteriën van dieren de mens.
Infecties met resistente zoönotische bacteriën zijn, indien nodig, moeilijker met antibiotica te behandelen.
Commensale bacteriën van dieren kunnen mensen koloniseren of hun resistentiegenen overdragen aan bacteriën uit de commensale flora van de mens.
Bij de mens neemt dan de resistentie tegen de bij dieren gebruikte antibiotica in de darmflora toe.
Zo komen bij veel gezonde mensen en dieren in Europa vancomycineresistente enterokokken voor als gevolg van het op grote schaal gebruiken van het verwante glycopeptide-antibioticum avoparcine als AMGB.9
Het gebruik van antibiotica bij slachtdieren is dus de oorzaak van voedselinfecties met resistente bacteriën bij de mens.
Echter in geval van voedselinfecties is resistentie slechts een bijkomend probleem.
Voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong dienen vrij te zijn van voor de mens pathogene bacteriën.
Dit heeft als consequentie dat de veestapel vrij moet worden gemaakt van deze bacteriën.
Binnen vier jaar na introductie werd het resistentiegen ook aangetroffen in klinische isolaten: uropathogene E. coli, Salmonella spp. en Shigella dysenteriae.
Dus er had niet alleen een selectie en verspreiding van resistente E. coli-stammen van dier naar mens plaatsgevonden, maar ook een overdracht van het resistentiegen van E. coli naar pathogene bacteriën.
Aangezien Shigella spp. niet bij dieren voorkomen, moet deze overdracht in de tractus digestivus van de mens hebben plaatsgevonden.
Resistente E. coli van dieren kunnen dus direct of via voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong de mens koloniseren en/of hun resistentiegenen aan bacteriën van de mens overdragen.
http://gebu.artsennet.nl/Archief/Tijdsc ... uderij.htm
* commensale flora :
Iemand die gezond is, leeft in harmonie met een normale microbiële flora, die zich nestelt op bepaalde plaatsen van het lichaam (kolonisatie). Deze normale microbiële flora wordt de commensale flora genoemd. In plaats van ziekte te veroorzaken, beschermt de commensale flora het lichaam doorgaans tegen ziekteverwekkende organismen. Indien de commensale flora wordt verstoord, herstelt deze zich weer na kortere of langere tijd. Micro-organismen die de gastheer een paar uren of weken koloniseren, maar zich niet permanent vestigen, worden transiënte flora genoemd.
Uit welke soorten de commensale flora van een persoon bestaat, wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals dieet, sanitaire omstandigheden, luchtverontreiniging en hygiënische gewoonten. Melkzuurbacteriën, bijvoorbeeld, zijn organismen die algemeen voorkomen in de darmen van mensen die veel zuivelproducten gebruiken. Haemophilus influenzae is een bacterie die de luchtwegen koloniseert van mensen met een chronisch obstructieve longziekte.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen organismen die deel uitmaken van de commensale flora van een persoon ziekte veroorzaken. Zo kan Streptococcus pyogenes in de keel voorkomen zonder dat dit tot schadelijke effecten leidt, maar indien de afweer van het lichaam verzwakt is of indien het een bijzonder gevaarlijke stam van streptokokken betreft, kan deze bacterie keelontsteking (faryngitis) veroorzaken. Zo kunnen ook andere organismen die deel uitmaken van de commensale flora binnendringen (invasief worden) en ziekte veroorzaken bij mensen van wie het afweersysteem verstoord is. Mensen met een darmtumor zijn bijvoorbeeld gevoelig voor het binnendringen van micro-organismen die normaal in de darmen leven. Deze micro-organismen kunnen zich met het bloed verplaatsen en de hartkleppen of andere organen infecteren. Ook blootstelling aan hoge doses straling kan ertoe leiden dat deze micro-organismen het lichaam binnendringen en een ernstige infectie veroorzaken.
Merck Manual
* pathogene bacterie:
# Obligate pathogenen zijn organismen die, als ze aanwezig zijn, altijd problemen veroorzaken.
# Facultatieve pathogenen kunnen ook tot de normale (huid)flora behoren, en veroorzaken problemen bij verstoring van de flora (door bvb. antibiotica) of door verzwakking van het immuunsysteem.
wikipedia
*tractus digestivus:
organen waarlangs het voedsel passeert, waar het voedsel verder wordt verwerkt en wordt opgenomen in het bloed. Het spijsverteringskanaal bestaat uit de mond, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm en de anus. synoniem: tractus intestinalis
online encyclopedie