[quote="Lizzy"]
Ik ben inderdaad ook nog steeds razend benieuwd naar de redenen/bewijzen over/voor de uitspraak van Fido op de vorige pagina! Fidooooooo
[/quote]
Ik kan het niet goed verwoorden
weet er wel iets van maar niet het naadje van de kous
daar hebben we dan Erwin voor nodig en die is nog niet zo ver gevorderd met tekst voor de website.
dit staat er nu op (overgenomen met toestemming
):
Bot is het depot van kalk in het lichaam. Als je een tekort aan calcium in je bloed hebt zal het PTH hormoon uit de c-cellen van de schildklier loskomen en ervoor zorgen dat de botafbrekende cellen ( osteoclasten) calcium uit het bot, de bloedbaan in brengen. Ook zal het calcium verlies via de nier beperkt worden en de opname van kalk in de darm toenemen onder invloed van het PTH hormoon.
Als er teveel calcium in het bloed zit, zal het lichaam reageren door het hormoon calcitonine uit de bijschildklier te mobiliseren. Calcitonine zal de overmaat aan calcium in het bloed naar het bot brengen.
Het eten van bot voor de rauw gevoerde honden en katten is dus van wezenlijk belang.
Het is belangrijk dat calcium in zijn genetisch meest optimale vorm aangeboden wordt. Het darmstelsel is evolutionair (nog) niet aangepast om commercieel calcium optimaal te benutten. De vorm die in bot voorkomt heet calciumhydroxyapatiet. In deze vorm is het optimaal verteerbaar en metaboliseerbaar voor de hond. Het calcium in het bot is verbonden met de eiwitten in het bot.
Hoe wordt het calcium in het bot bereikbaar voor de hond?
De hond eet niet dragende delen bot zoals ribben, borstbeen, lendenwervels, kippen- en eendenbotten. Dit bot komt in de maag. De maag van een vleeseter heeft een zuurtegraad ( pH ) van één tot twee. Het zoutzuur wordt afgescheiden door de parietale cellen van de maagwand. Zelf heeft de maagwand een dikke slijmlaag. Zo wordt deze beschermd tegen de in werking van het geproduceerde zoutzuur. Door deze lage zuurtegraad denatureren de eiwitten in het bot en komen deze vrij in de maaginhoud. De hoofdcellen van de maagwand scheiden pepsinogeen af welke door de zure inhoud van de maag omgezet wordt tot pepsine. Pepsine is een eiwitsplitsend enzym. De combinatie van én zuur én pepsine leidt tot het oplossen en verteren van al het boteiwit.
Als het bot eiwitloos is geworden, wordt bot slap en zacht. Calcium is dan niet meer gebonden aan de boteiwitten en komt zo vrij in het maag-darmstelsel. Op deze manier kan het worden opgenomen door het lichaam.
Het is dus van belang dat de maaginhoud zuur is.
Wat ik nog meer begrepen heb is dat ik het nog niet helemaal begrijp
( Erwin corrigeerde me :headbonk:) en wil een stuk schrijven hoe het nu zit met dat calcium op de website.
Hij vertelde me wel dat het dier bepaald hoeveel Ca er opgenomen wordt en niet de hoeveelheid calcium wat in de voeding zit. Dan moet er natuurlijk wel voldoende opneembare Ca in de voeding zitten. Hij zegt dat het niet zo moeilijk is en dat we er niet te moeilijk over moeten doen (dat ik er dus ook niet te moeilijk over moet doen
)
Ik kan jullie vragen niet goed beantwoorden, weet er niet genoeg vanaf om een goed onderbouwd antwoord op te geven.
Zit ook met smart te wachten op zijn geschreven stuk