- zo 29 sep 2013, 15:49
#2772297
Hier staat het dat de ziekte van Weil maar een half jaar werkt.
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL
NOBIVAC LEPTO
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Een flacon bevat één of tien doses van 1 ml.
Samenstelling per dosis:
Werkzame bestanddelen
Geïnactiveerde Leptospira interrogans bacteriën
-serogroep Canicola; serovar portland-vere, stam Ca-12-000
? 40 hamster PD80*
-serogroep Icterohaemorrhagiae; serovar copenhageni, stam
820K ? 40 hamster PD80*
*Hamster-80% Protective Doses, potentie in overeenstemming
met Ph. Eur. monografie 0447.
Hulpstoffen
Thiomersal 0,1 mg
Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Suspensie voor injectie
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Doeldiersoort
Hond
4.2 Indicaties voor gebruik met specificatie van de
doeldiersoort
Actieve immunisatie van honden (vanaf de leeftijd van 8
weken) ter vermindering van leptospirose veroorzaakt door
Leptospira interrogans serovars canicola en
icterohaemorrhagiae.
Aanvang van immuniteit: 4 weken
Immuniteitsduur: 1 jaar tegen serovar canicola en 6 maanden
tegen serovar icterohaemorrhagiae
4.3 Contra-indicaties
Geen
4.4 Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het
diergeneesmiddel bestemd is
4.5 Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het
geneesmiddel aan de dieren toedient
In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een
arts te worden geraadpleegd en hem de bijsluiter of het
etiket te worden getoond.
4.6 Bijwerkingen (frequentie en ernst)
Sommige honden kunnen ongemak vertonen tijdens de injectie.
Een diffuse zwelling, tot 5 mm in diameter, kan waargenomen
worden op de injectieplaats gedurende maximaal 4 dagen. In
sommige gevallen kan deze zwelling hard en pijnlijk zijn,
maar dit zal geleidelijk afnemen en na 2 tot 3 weken
verdwijnen.
In uitzonderlijke gevallen kan vlak na de vaccinatie een
tijdelijke verhoging van lichaamstemperatuur en/of een
tijdelijke acute overgevoeligheidsreactie (anafylaxis)
optreden met symptomen, zoals lethargie, oedeem in het
gezicht, pruritus, dyspneu, braken, diarree of neervallen.
4.7 Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Kan tijdens de dracht worden gebruikt.
4.8 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van
interactie
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de veiligheid en
effectiviteit bij het gelijktijdig gebruik van dit vaccin met
enig ander vaccin, met uitzondering van Nobivac Rabiës (stam
Pasteur RIV) of de vaccins uit de Nobivac-serie die de DHPPi
(hondenziekte, hepatitis, parvo en/of paraïnfluenza) virus
componenten bevatten. Daarom wordt aangeraden geen andere
vaccins dan één van deze te gebruiken binnen 2 weken voor of
na vaccinatie met Nobivac Lepto.
4.9 Dosering en toedieningsweg
Subcutane injectie van 1 ml per dier.
Laat het vaccin voor gebruik op kamertemperatuur (15-25oC)
komen. Gebruik steriele spuiten en naalden.
Basisvaccinatie:
Niet eerder gevaccineerde honden dienen 2 keer gevaccineerd
te worden met een interval van 2 tot 4 weken. Pups moeten
minimaal 8 weken oud zijn voor de eerste vaccinatie.
Herhalingsvaccinatie:
Elke 6 tot 12 maanden.
Een hervaccinatie interval van 6 maanden wordt aangeraden om
bescherming te verkrijgen tegen klinische leptospirose
veroorzaakt door serovar icterohaemorrhagiae.
4.10 Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen,
antidota)
Geen andere symptomen dan bij enkelvoudige dosering.
4.11 Wachttermijn
Niet van toepassing.
5. IMMUNOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
Farmacotherapeutische groep: Geïnactiveerd leptospira vaccin,
ATC-vet code: QI07AB01.
Ter stimulatie van actieve immuniteit in honden tegen
Leptospira interrogans serovars canicola en
icterohaemorrhagiae.
De werkzame bestanddelen van het vaccin induceren humorale
antilichamen tegen deze serovars. Vaccinatie met Nobivac
Lepto geeft een vermindering van de klinische verschijnselen
(koorts en mortaliteit) en vermindert het aantal dieren met
bacteriëmie en leptospirurie na infectie in vergelijking met
ongevaccineerde controledieren.
6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1 Lijst van hulpstoffen
Thiomersal
Gemodificeerde Hartmann-oplossing (natriumchloride,
kaliumchloride, natrium-L-lactaat, calciumchloride, water
voor injectie.
6.2 Onverenigbaarheden
Niet vermengen met andere vaccins/immunologische producten
met uitzondering van de vaccins genoemd onder 4.8 (voor zover
deze producten en het gecombineerde gebruik ervan toegestaan
zijn).
6.3