- di 10 feb 2004, 10:04
#51819
Wederom met heel veel dank aan Lia komt hier de vertaling van deel 2:
Deel 2
Hier komt wat Lowell Ackerman er over te zeggen heeft:
Lokale demodex wil nog wel eens spontaan genezen, terwijl gegeneraliseerd demodex vaak een uitgebreide behandeling vereist. Hoewel stress de aanzet kan geven tot hernieuwde uitbarstingen, zijn het de grote aantallen mijt, die een stof afscheiden, waardoor het immuunsysteem verder wordt onderdrukt.
Deze bijkomende aantasting van het immuunsysteem kan worden gestopt door de mijten te verdelgen, maar een fundamentele tekortkoming in het immuunsysteem kan niet worden gecorrigeerd.
De meeste gevallen bij jonge dieren worden toegeschreven aan stress, gerelateerd of samengaand met een erfelijke tekortkoming in het immuunsysteem. Wanneer dieren op oudere leeftijd de aandoening krijgen is het onderliggende probleem vaak een samenvallende ziekte of verzwakking van het immuunsysteem door medicijnen ( b.v. corticosteroïden). Hoewel Burmaanse en Siamese katten mogelijk vaker zijn aangetast dan andere rassen, komt de aanleg voor demodex veelvuldiger voor bij honden dan bij katten, vooral bij een aantal specifieke hondenrassen (Doberman, Dalmatiër, Boxer, Bull Terrier, enz.)
Klinische aanwijzingen:
Dieren met demodex kunnen een verscheidenheid aan huidafwijkingen vertonen, afhankelijk van de graad van verzwakking van het immuunsysteem.
De klassieke beschrijving van demodex onderscheidt lokale en gegeneraliseerde vorm, maar deze verschillen zijn niet echt belangrijk.
Het enige wat écht belangrijk is, is of de aandoening spontaan geneest met enkel ondersteunende therapie!
De huidziekte zelf wordt veroorzaakt door de mijten die zich verdringen in de haarzakjes en deze uiteindelijk vernietigen. Wanneer de inhoud van de haarzakjes op de huid terecht komt veroorzaakt dit ontstekingen, samengaand met roodheid en haaruitval.
Bij honden kan demodex de vorm aannemen van verscheidene andere huidaandoeningen, inclusief bacteriële etterbulten, ringworm en zelfs allergieën
De aanwijzingen bij honden omvatten gewoonlijk eveneens:
1) kale plekken
2) variërende mate van roodheid
3) bijkomende bacteriële complicaties.
De huidoppervlakten die het eerst worden aangetast zijn gewoonlijk kop en poten, maar een afwijkende tendens is meer regel dan uitzondering.
Diagnose:
De diagnose van Demodex kan worden gesteld door huidkrabsels te onderzoeken op aanwezigheid van demodexmijt, -eieren of -larven.
•Bij honden zit de mijt in de haarzakjes. De huid moet eerst samengeknepen worden om de mijt er uit te drukken. Het schrapen moet zo diep gaan tot er bloed komt als bewijs dat het schrapen werkelijk de onderhuid heeft bereikt.
Een enkele keer vertonen zelfs diepe schraapsels geen mijten. Dit komt vooral voor bij sommige rassen (b.v. Shar Pei) of op bepaalde plekken In die gevallen kan een biopsie een hulpmiddel zijn om de diagnose te stellen.
Wanneer uiteindelijk de diagnose is gesteld is het belangrijk om zo mogelijk de onderliggende oorzaak van de aandoening vast te stellen.
Bij een jonge hond is nagaan van de afkomst belangrijk en het testen op veroorzakers zoals interne parasieten (inclusief hartworm). Aanvullende testen op immunoglobuline waarden, T cel reacties, stofwisselingsafwijkingen moeten worden overwogen.
Een volwassen hond die plotseling demodex ontwikkelt moet worden onderzocht op:
1)Onderliggende stofwisselingsziekten zoals traagwerkende schildklier, hyperadrenocorticisme, suikerziekte, leverziekte, kanker en andere mogelijke oorzaken van onderdrukking van het immuunsysteem.
Behandeling:
Ongeveer 90% van de gevallen van demodex in honden en katten zijn plaatselijk en herstellen zonder behandeling in een paar maanden. In deze gevallen zou behandeling ter beheersing van de aandoening moeten bestaan uit milde benzoyl peroxide gel of 1% rotenone zalf.
Bij de overgebleven 10% van de gevallen, die niet genezen, ontwikkelen de dieren de gegeneraliseerd vorm van de ziekte, gekarakteriseerd door grote oppervlakken met haaruitval, roodheid, schilferigheid en ontsteking.
Alle honden en katten met demodex moeten hoogwaardig voedsel krijgen en vrij gehouden worden van interne parasieten en hun huid moet worden verzorgd met aangepaste plaatselijke therapie.
Om te beginnen is benzoylperoxide vaak een goede keus als shampoo want het zal de haarzakjes wegspoelen en daarmee mijt schilfers en vuiligheid verwijderen.
Wanneer het onderliggende probleem van verzwakking van het immuunsysteem eenmaal is aangepakt geneest het merendeel van de gevallen binnen enkele maanden.
Voor jonge honden resulteert enkel een terughoudende behandeling gewoonlijk tot het verdwijnen van de aandoening op de leeftijd van 18 maanden ( misschien bij sommige grotere rassen niet vóór de leeftijd van 3 jaar). Honden bij wie de aandoening niet spontaan is verdwenen tegen die tijd lijden waarschijnlijk aan ernstige defecten van het immuunsysteem die niet mogen worden doorgegeven aan volgende generaties. Hun symptomen kunnen worden verlicht met het gebruik van insecticiden om de mijt te doden, maar hun immuunsysteem kan niet worden genezen.
De beste ondersteunende behandelingen bestaan uit:
1)shampoos
2)periodiek antibioticakuren
3)middelen die het immuunsysteem stimuleren (alleen voor bepaalde gevallen)
De gekozen antibiotica moet een bacteriëndodende werking hebben omdat de toestand van het immuunsysteem van het dier vermoedelijk verzwakt is.
Middelen om het immuunsysteem te stimuleren kunnen natuurlijke zijn (b.v. vitamine E, selenium, germanium, Coenzyme Q10) of worden geïnjecteerd of ze kunnen het immuunsysteem prikkelen als een bijkomend verschijnsel.
Hoewel eerdere studies suggereerden dat vitamine E supplementen (200 mg 5 maal daags) heilzaam waren, konden recente onderzoeken dit niet bevestigen.
Een recente veronderstelling dat honden met demodex een lager gehalte selenium in hun bloed hebben dan normale honden kon niet afdoend worden aangetoond.
Behandeling met Miticidal wordt gewoonlijk niet aanbevolen vóórdat het dier een volgroeid immuunsysteem heeft, tenzij zijn toestand snel verslechtert.
Alleen wanneer moet worden aangenomen dat het dier een gebrekkig immuunsysteem heeft en niet uit zichzelf kan genezen kan het besluit worden genomen insecticiden toe te passen bij jonge dieren.
Bij een hond met een normaal immuunsysteem veroorzaakt de mijt geen problemen.
Een huisdier met een gebrekkig immuunsysteem zou moeten worden gesteriliseerd om te voorkomen dat dit wordt doorgegeven aan volgende generaties. Dit zou een bijdrage leveren aan het uitbannen van erfelijke immuun gebreken die het ontstaan van algehele demodex mogelijk maken.
Een gerichte behandeling van gegeneraliseerde demodex bij honden wordt gewoonlijk bereikt met amitraz. Behandeling met amitraz heeft in 60% tot 80% van de gevallen succes.
Veel veterinaire huidspecialisten hebben ervaren dat in probleemgevallen de doses vaak moeten worden verdubbeld óf de periode tussen de behandelingen gehalveerd om de mijten uit te roeien; deze wijze van behandeling kan alleen op eigen risico van de behandelaar, aangezien het niet strookt met de aanbevelingen van de producent. Soms gebruiken dierenartsen een krachtiger vorm van amiraz. Eén ml van 12.5% oplossing kan worden verdund met 100 ml water om een 0.125% amitraz oplossing te verkrijgen. Met deze oplossing kan dagelijks de helft van het huidoppervlak worden afgesponst, afwisselend de voorste en de achterste helft. Deze methode is nuttig in bijzonder hardnekkige gevallen.
Tijdens de eerste week van deze behandeling zouden de dieren moeten worden opgenomen om te worden geobserveerd voor het geval er bijverschijnselen optreden zoals:
•sufheid
•depressie
•trage hartslag
•gebrek aan eetlust
•maagdarm klachten