Ook wel interessant is dit:
Controle op Aujeszky gecombineerd met blaasjesziekte:
De controle op de Ziekte van Aujeszky wordt gecombineerd met die op blaasjesziekte. Het aantal te nemen monsters is afhankelijk van het aantal en de categorie dieren op het bedrijf.
De reden voor de versoepeling is de succesvolle bestrijding van de ziekte tot nu toe. Zeugenbedrijven hoeven nu maximaal 12 monsters in te sturen. Voorheen was er geen limiet en moesten zeugenbedrijven groter dan 240 dieren altijd 5 % van het aantal dieren bemonsteren. Zijn er meer dan 240 dieren op het bedrijf aanwezig, waarvan minder dan 25 % vleesvarkens, dan hoeven die vleesvarkens niet bemonsterd te worden.
Fokkers sturen maximaal 20 monsters in. De monsters moeten afkomstig zijn van vijf varkens per afdeling, met een maximum van vier afdelingen. Dat waren voorheen zes afdelingen. Voor vleesvarkens en opfokzeugen op het eigen bedrijf verandert er niets. Het maximum aantal monsters blijft 12.
Bedrijven met twee categorieën dieren hoeven maximaal 20 monsters in te sturen, bedrijven met drie categorieën maximaal 24. Het is een optelsom van het aantal monsters per diercategorie. Komt dat aantal boven het maximum uit, dan moeten eerst 12 vleesvarkens worden getapt en daarna de andere dieren naar rato. Voorheen was het maximum aantal monsters 30. De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) verwacht deze week meer informatie te kunnen geven, zie daarvoor de internetsite van de GD
Bron:
http://www.zibb.nl
en:
Vanwege het succesvolle bestrijdingsprogramma is in overleg met de varkenssector het controle-onderzoek voor de Aujeszky-vrij certificering versoepeld en is de verordening aangepast.
Voor de bewaking van het Aujeszky-vrij certificaat vindt op elk varkensbedrijf
eenmaal in de vier maanden bloedonderzoek plaats. Dit wordt gecombineerd met het onderzoek op blaasjesziekte. Voor zeugen-, opfok- en combinatiebedrijven wordt het aantal te onderzoeken monsters verlaagd. De kosten voor bloedonderzoek nemen hierdoor af.
De regeling treedt op 27 september 2004 in werking. Vanaf die datum wordt de erkenningsperiode verlengd op basis van de nieuwe bemonsteringsaantallen. Daarom is het vanaf heden mogelijk om minder monsters in te sturen.
Bron:
http://www.gdvdieren.nl/ = Gezondheidsdienst voor Dieren
en:
08-OKT-2004 / Artikel 10-status Aujeszky in zicht?
In Nederland is in de laatste
vijf jaar geen uitbraak van Aujeszky meer geweest. Bestrijding is, tot op heden, succesvol gebleken. De vraag is nu, was het succesvol genoeg om een overstap te maken naar de artikel 10-status?
Bron: gezondheidsdienst voor dieren
en:
Verwachting:
Gezien de aard van het Aujeszky-virus is het noodzakelijk dat bovengenoemde voorwaarden geregeld zijn.
Uit studies en ervaringen in het verleden blijkt namelijk dat het virus zich, in een situatie waarbij niet meer gevaccineerd wordt in Nederland, razendsnel door de varkenspopulatie kan verspreiden. Het PVV werkt momenteel aan een bestrijdingsplan en een programma voor de bewaking van Aujeszky in Nederland. Voor de verdere uitwerking van het bestrijdingsplan is de deelname en de medewerking van de overheid noodzakelijk. De GD verwacht dat in 2005 wordt gestopt met vaccineren en in 2006 de artikel 10-status wordt behaald. Voordat het zover is, moeten nog wel enkele zaken geregeld worden om de exportpositie van Nederland veilig te stellen.
Bron: gezondheidsdienst voor dieren
en:
Over Aujeszky in Belgie:
Uit een overzicht van de Belgische overheid najaar 2003 blijkt dat alleen in het kerngebied van West- en Oost-Vlaanderen nog besmette bedrijven voorkomen: 68 zeugenbedrijven en rond de 200 vleesvarkensbedrijven. Op een twintigtal van de zeugenbedrijven is sprake van herhaald optredende viruscirculatie. Hierbij wordt geconstateerd dat vooral buurtinfecties een rol spelen. Gezien de varkensdichtheid is dit ook aannemelijk, ruim 60 procent van de Belgische varkensstapel ligt in dit gebied. In de Belgische provincies die langs de Nederlandse grens liggen, zijn geen besmette bedrijven meer aanwezig.
In de tabel hieronder is aangegeven hoe groot het aantal bedrijven is dat beschikt over het Aujeszky-vrij Certificaat. Dit zijn bedrijven met een A3- of A4- statuut. Het A3-statuut houdt in dat nog gevaccineerd wordt, het A4-statuut houdt in dat geen vaccinatie meer wordt toegepast. Aangegeven is ook hoe de percentages voor heel België in 2000 waren.
Bloedonderzoek:
De aantallen bloedmonsters die genomen moeten worden om de Aujeszky-vrij-status te behalen of te
behouden, zijn nagenoeg gelijk aan de aantallen die in Nederland gehanteerd worden. In 2002 zijn in totaal 559.882 monsters verzameld: hiervan was 1,2 procent gE-positief. Dit percentage komt overeen met de situatie in januari 1998 in Nederland. Ruim 90 procent van de positieve monsters was uit Oost-en West-Vlaanderen. In 2001 waren deze aantallen: 726.738 monsters,waarvan 2,6 procent gE-positief.
Vervolg:
Om het doel, alle bedrijven gecertificeerd voor het eind van 2003, te halen, zal de Belgische overheid extra maatregelen nemen voor bedrijven die geen vorderingen maken in het behalen van de Aujeszky-vrij-status. Eén van de maatregelen is het opleggen van afvoerbeperkingen aan niet-gecertificeerde bedrijven. Ook zal strakkere controle op de uitvoering van de verplichte vaccinatie worden ingevoerd. Probleembedrijven waar nog viruscirculatie plaatsvindt, zullen bovendien door een onafhankelijke dierenarts worden begeleid. België streeft nog niet naar de artikel 10-status. De Belgische varkenshouderij is vooral gericht op de export van vleesvarkens en niet van vleesbiggen.
Bron: gezondheidsdienst voor dieren
08-OKT-2004 / Oorzaak Aujeszky
De Ziekte van Aujeszky wordt veroorzaakt door een virus. Er zijn diverse virustypen bekend die sterk kunnen verschillen in kwaadaardigheid en biologische eigenschappen. Waarschijnlijk bestaat er een omgekeerde relatie tussen de kwaadaardigheid van de stam en de hoeveelheid virusdeeltjes die nodig is om een besmetting tot stand te brengen. Hoe kwaadaardiger de virusstam, hoe minder virusdeeltjes er nodig zijn om een besmetting te veroorzaken. Het virus bevat meerdere glycoproteïnen (bouwstenen). Een bekend glycoproteïne is het gE. Dit glycoproteïne wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen het vaccinvirus en het veldvirus. Is het gE eruit geknipt, zoals bij het vaccinvirus, dan spreken we van gE-negatief. Alle veldvirussen bevatten het stukje gE, daarom noemen we deze gE-positief.
Het virus kan buiten het varken niet lang overleven. Het virus wordt geïnactiveerd door de meeste ontsmettingsmiddelen, direct zonlicht en door droogte.
Het virus kan lang overleven in het varken en in varkensproducten.
Besmette dieren scheiden het virus uit via de ademhaling, neusslijm en speeksel, melk, geslachtsapparaat en sperma. Het virus wordt opgenomen via het ademhalingsapparaat, soms via de darmen of baarmoeder. Het virus kan lang overleven in ongekookt slachtafval. Meestal stopt de virusuitscheiding 2 tot 3 weken na de infectie. Het vermoeden bestaat dat na infectie nagenoeg alle varkens drager worden, maar in hoeverre deze dragers weer virus uitscheiden is niet bekend.
Besmettingsroute
Binnen bedrijven
Besmettingen binnen het bedrijf vinden in hoofdzaak plaats door verplaatsing van besmette varkens en door versleep van het virus aan handen, kleding, materialen en dergelijke. Ook verspreiding via de lucht is mogelijk.
Tussen bedrijven
De meeste kans op besmetting vindt plaats door de aankoop van besmette varkens. Daarnaast kan het virus meerdere kilometers via de lucht worden verspreid en wordt het virus verspreid via transportmiddelen, mensen, voorwerpen en dergelijke.
Schade
De kans dat een bedrijf waar tegen Ziekte van Aujeszky wordt gevaccineerd, met het Aujeszky-virus wordt besmet, is klein. Niet-vaccinerende bedrijven lopen meer risico. Indien de ziekte op een niet-vaccinerend bedrijf uitbreekt zal de schade bestaan uit:
de bovengenoemde klinische verschijnselen;
het niet kunnen verkopen van gespeende biggen en vleesvarkens, als gevolg van het hebben van een rode RBD-sticker;
het bedrijf zal weer de Ziekte van Aujeszky-vrij-status moeten verwerven. Hiertoe zullen alle zeugen en een steekproef uit de vlees- en opfokvarkens moeten worden onderzocht. Alle besmette varkens moeten worden geruimd. Daarnaast zal via steekproeven de vrij-status moeten worden bewezen.
Gevolgen voor andere diersoorten en de mens
Runderen, honden en katten kunnen na infectie ziekteverschijnselen vertonen. Hierbij kan sterfte optreden. Indien zich uitbraken van Aujeszky voordoen, kunnen andere diersoorten en huisdieren het best gescheiden worden gehouden van varkens. Huisdieren bij voorkeur binnen houden.
Er zijn een paar onvolledig bewezen ziektegevallen bij de mens beschreven. Verschijnselen als tijdelijke jeuk aan handen, schouders en rug worden genoemd.
Bron: Gezondheidsdienst voor dieren
Nu het virus in de praktijk is uitgeroeid in Nederland, is begonnen met het afgeven van ontheffingen voor de vaccinatie. Ontheffingen worden afgegeven in verband de EU-eisen in geval van export van varkens naar artikel-10-gebieden.
Tegelijkertijd werkt de varkenssector aan een draaiboek voor Aujeszky-uitbraken, omdat het risico op ernstige uitbraken in theorie toeneemt doordat er meer niet-vaccinerende bedrijven komen. Daarbij komt o.a. aan de orde welke maatregelen in geval van een uitbraak toegepast moeten worden op het getroffen bedrijf en de omliggende bedrijven.
Uitgangspunt hierbij is dat de dieren niet zullen worden geruimd en vernietigd, maar zullen worden gevaccineerd met een merkervaccin. Na bloedtesten zullen de besmette dieren worden geslacht om als land weer Aujeszky-vrij te worden. Op deze manier wordt de gezondheid van de varkensstapel optimaal beschermd, zonder het onnodig doden en vernietigen van gezonde dieren. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de groeiende weerstand binnen de bevolking en binnen de agrarische sector tegen het beleid van "stamping out".
Bron:
http://www.hollandmeat.nl/default.aspx? ... -NL&aid=72