- wo 14 apr 2004, 11:41
#80576
Lintworm vd hond
Echinoccoccus granulosus is een kleine lintworm van de hond, waarvan de eitjes terecht komen bij schapen, geiten, runderen, varkens, enz. Bij deze dieren ontwikkelen zich vervolgens grote vochthoudende blaaswormen in verschillende ingewanden (lever, longen, hersenen), echinococcose genoemd. De diameter hiervan kan tot 20 centimeter en meer bedragen. In sommige omstandigheden kan de mens besmet geraken, niet door eten van besmet vlees, maar door de inname van de eitjes uit de hondeuitwerpselen. Bijvoorbeeld eitjes die in de pels van de hond hangen en die tijdens het strelen op de handen terecht zijn gekomen.
Leverbot
leverbot
• Een infectie met de leverbot (Fasciola hepatica) kan men oplopen door het eten van wilde waterkers, veldsla of door op gras te kauwen. Deze enkele centimeter lange platte worm komt over bijna de hele wereld voor bij graseters, vooral schapen en runderen, waar hij huist in de galweg en in de lever. Met de stoelgang van deze dieren komen ingekapselde larven in de natuur terecht, die zich dan op allerlei planten kunnen vastzetten. Na het rauw opeten van deze in het wild groeiende planten of grassen, komen in de dunne darm van de mens de microscopisch kleine larven uit hun kapsel vrij. Ze doorboren de darmwand en migreren dan gedurende enkele weken tot maanden in en omheen de lever, waarbij ze een kronkelig traject af leggen. Tijdens deze migratiefase kan er behoorlijk wat pijn zijn in de rechter bovenbuik, al of niet gepaard met koorts, verteringsklachten en allergische verschijnselen zoals bijvoorbeeld netelroos. De lever is pijnlijk bij betasting. De laboratorium-testen zijn duidelijk gestoord, met een gestegen aantal eosinofiele witte bloedcellen. Wanneer de larven zich tenslotte in de galwegen genesteld hebben, verdwijnen meestal alle symptomen.
De diagnose kan worden gesteld door het opsporen van typische eitjes in de stoelgang of in het galvocht, en door het opsporen van specifieke antistoffen in het bloed. Ook beeldvormende technieken (echografie en CT-scan) kunnen een belangrijke bijdrage leveren. De behandeling veronderstelt steeds overleg met een gespecialiseerd centrum.
• Er bestaan nog vele andere leverbotten en ook darmbotten, die men kan oplopen door het eten van rauwe, gerookte of gezouten vis. Zo komt in Azië, en vooral in het verre Oosten, chlonorchiasis voor, een besmetting met het leverbot Chlonorchis.
• Een besmetting met longbotten tenslotte kan gebeuren door het eten van onvoldoende gekookte zoetwatervissen, zoetwaterkrabben en rivierkreeften, en is dan ook typisch voor tropische landen. Het ziektebeeld trekt nogal op dat van longtuberculose, met name het aanslepend ophoesten van slijmen, maar er zijn - in tegenstelling met tuberculose - weinig andere ziektesymptomen. De diagnose wordt gesteld door het vinden van de eitjes in de fluimen. De behandeling is vrij eenvoudig, door middel van geneesmiddelen.