Zij beweert hierin dat koeien in de wei besmet kunnen worden door een eencellige parasiet en daardoor de ziekte Neospora caninum kunnen oplopen. Deze Neospora caninum heeft (haar eigen woorden) een ingewikkelde levenscyclus, waarbij verschillende diersoorten betrokken zijn. Er zijn tussengastheren en eindgastheren.
Uiteindelijk blijkt dat de hond de eindgastheer blijkt te zijn. Als een hond besmettelijk materiaal heeft opgegeten (nageboorte van een besmette koe, rauw vlees met cysten, oplikken van besmet vruchtwater...tja dat ligt ook overal...) dan vindt er in de darm van de hond een vermenigvuldiging van de parasiet plaats. Uiteindelijk vormen zich besmettelijke oocysten die met de ontlasting van de hond worden uitgescheiden. Deze oocysten overleven maandenlang in de omgeving en zijn daardoor maandelang besmettelijk voor de koeien die het gras eten waar de hond heeft gepoept. De Neospora parasiet geeft vooral bij de koe problemen, met name bij het (ongeboren) kalf. Kan zelfs leiden tot de dood van het kalf, of afwijkingen die later pas naar voren komen.
Mw. Paardekoper sluit af met een aantal richtlijnen: Laat honden niet in stallen of op het erf, zorg dat uw hond geen ontlasting op het weiland achterlaat. EN....jaja, jullie voelen 'm al aankomen de laatste tip: " Voer uw honden geen rauw vlees, maar kook of stoom het eerst. Dit geldt ook voor botten."
Tja, en daarmee eindigt het artikel.
