In principe heb je:
Hele prooidieren
BARF: een nabootsing van hele prooidieren door verschillende onderdelen (vleesbot, spiervlees en orgaan) in de juiste verhouding te voeren
KVV: gemalen BARF verpakt in worsten of andersoortige verpakking
KVV is an sich prima. De verschillende merken houden er allemaal een wat verschillende samenstelling op na en bij de verschillende merken vindt je verschillende smaken.
Het grote nadeel van kvv is dat je de fabrikant(en) op hun mooie blauwe ogen moet geloven wat ze door hun prakje draaien. Daarom adviseren we meerdere merken af te wisselen. En dan nog weet je niet helemaal zeker wat je voert, want je ziet simpelweg niet wat er in de kvv gaat.
Het idee achter BARF (en we zitten hier op Barfplaats
) is dat je weet wat je voert. Dat je zelf beslist hoe de kwaliteit van je menu is en wat je aan samenstelling geeft. De ene kat doet het goed op 40% vleesbot, de ander doet het beter op 45% of juist 35%. Om maar een voorbeeld te noemen. En dat heb je helemaal zelf in de hand als je barf geeft.
Persoonlijk is dit voor mij de kern van barf voeren en daarom malen we zelf. Door te malen mis je wel de voordelen van het kauwen, maar in ons geval is dat dus aanpassen aan de katten. Echt Barf voeren, dus vleesbot, stukken spiervlees en stukken orgaan zorgt er voor dat de kat lekker kauwt, zijn gebit gebruikt en meer voldoening uit zijn eten haalt.
Is commerciele kvv dan heel slecht? Nee. Zeker niet om mee te beginnen. Ga dan wel voor merken die al langere tijd bestaan en wissel goed af. Kijk wat ze lusten en wat ze niet willen en introduceer op je gemakje barf. De ene kat heeft veel liever barf om lekker op te kauwen, de andere kat vindt dat een hele drempel. Het is een kwestie van proberen en kijken wat lukt.