Hier kun je al je vragen en problemen kwijt met betrekking tot de gezondheid van de kat. Raadpleeg uw dierenarts bij twijfel of urgente zaken.

Moderators: koekje, pearlsofpassion

Gebruikersavatar
Door Sarah5
#2834808
Ik heb geen idee waar ik dit moest plaatsen, maar er speelt al een tijdje een idee door mijn hoofd. En ik wilde het hier eens tegen het licht houden.

Kan het zo zijn dat 'wij' (als in de gemiddelde Nederlander en brokvoerder) door onze katten een voeding te geven met te weinig vocht, veel koolhydraten, suikers, zetmeel en zeer laag en van slechte kwaliteit eiwitgehalte, ziekten die daaruit voortkomen als het ware 'infokken' in de huidige populatie katten?

Of is het zo dat katten vroeger (de muizenvangers) niet zo veel waarde als huisdier hadden maar eerder als (makkelijk vervangbare) ongediertebestrijder en dat deze dus ook minder oud werden en minder de kans kregen op de ziektes te ontwikkelen?

Ik heb het dan over: nier- en blaasproblemen, suikerziekte, schildklierafwijkingen (en ik zal er vast nog een paar vergeten)
Gebruikersavatar
Door Neally
#2834813
'Wij' hebben thuis altijd katten gehad.
En op 2 lieverds na zijn ze allemaal een jaar of 18 geworden.
(de een werd aangereden en overleed de ander stierf door een geperforeerde maag)
Kregen brok, blik en wat ze buiten vonden.
Door Ruisje
#2834927
Ik geloof niet dat de ziekten die jij noemt aangeboren, of zoals jij zegt ingefokt zijn. Deze ziekten zijn m.i. een gevolg van (jarenlang) slechte voeding. De brokken!

De gevoeligheid voor het ontwikkelen van bepaalde ziekten kunnen wel aangeboren zijn.

Doordat er vroeger nog geen brokvoer was, of niet veel gegeven werd, waren op zich de katten gezonder ondanks dat ze vaak met de pot mee aten. Juist als ongediertebestrijder kregen ze hun natuurlijke voeding binnen! :) Dat ze minder oud werden zal voornamelijk te maken hebben met het feit dat het vaak buitenkatten waren en dat als ze ziek waren het niet opgemerkt werd of men ging niet met de kat naar DA.
Door Lizzy
#2834931
Ik geloof er beslist in dat generaties lang bagger voeren wel degelijk invloed heeft op de kittens/katten die daarna geboren worden. Vraag me niet hoe, maar ik denk dat die invloed er wel degelijk is! Ik ben dit aan het onderzoeken. Misschien dat ik er ooit op terug kom. Voor nu is het alleen een heel sterk vermoeden.
Gebruikersavatar
Door Sarah5
#2834940
Lizzy schreef: Ik geloof er beslist in dat generaties lang bagger voeren wel degelijk invloed heeft op de kittens/katten die daarna geboren worden. Vraag me niet hoe, maar ik denk dat die invloed er wel degelijk is! Ik ben dit aan het onderzoeken. Misschien dat ik er ooit op terug kom. Voor nu is het alleen een heel sterk vermoeden.
Dat vermoeden had ik dus ook. Bij bepaalde groepen raskatten komen bijvoorbeeld bepaalde ziekten meer voor dan bij andere katten. Waardoor je bijna gaat denken dat ziekten toch ingefokt kunnen worden. Hetzelfde vraag ik me overigens af over de exponentiële groei van kanker onder huisdieren en de gebruikte conserveermiddelen in de voeding....

Zelf heb ik 2 katten verloren aan auto's, 1 aan kanker, 1 aan nierfalen i.c.m. schildklierafwijking.
#2834969
Je moet wel twee zaken opsplitsen.

Ik durf niet stellig beweren dat je geen ziekten in kan fokken.  Maar je ziet een veel belangrijker en wel gekend fenomeen over het hoofd.
Het is namelijk zo dat de mens de natuurlijke selectie uitschakeld. Zeker bij raskatten.
In de natuur hebben katten met deze ziekten minder overlevings- en vooral minder voortplantingskansen.  Die genen doen het dus slecht in de populatie en komen gaandeweg steeds minder voor: er wordt geselecteerd op gezonde dieren.
Mensen selecteren echter niet op gezondheid.  Men kiest op uiterlijk, karakter enz...  Ziekte dat wordt opgevangen met medicatie, met verzorging, maar men kweekt nog steeds lustig met deze dieren voort.  Soms zijn er ook ziekten die pas later tot uiting komen en ondertussen zijn er al veel nakomelingen op de wereld gezet.  Deze worden niet allemaal uit de fok gehouden en zo zet dat gen zich voort in de raspopulatie. 
In een natuurlijke situatie zullen maximaal de helft van de kittens overleven.  Bij fokkers worden ze allemaal in leven gehouden.  Als er dus een sluimerend gen zit dat pas na 5 jaar tot uiting komt, hebben die fokkatten al veel meer nakomelingen die overleefden gehad, dan als dat een vrije kat geweest zou zijn. 
Bovendien wordt bij raskatten de fokpopulatie kunstmatig klein gehouden. Er wordt enkel binnen het eigen ras gekweekt en zo krijg je allemaal kleine populatie's ipv 1 grote.  Als er dus 5 katten met dat gen bijkomen via een nest of twee heeft dat een veel grotere impact als de populatie (ik zeg maar wat) uit 1000 individuen bestaat, dan als deze uit 20 000 zou bestaan. 
Tel daarbij dat men er zich dus vaak zelfs geen zorgen in maakt om ermee te fokken, zolang het dier maar de juiste kleur of uiterlijk heeft, en je kan je voorstellen dat zo'n genen zich snel verspreiden.

Dat is de reden waarom je vaak aangeboren ziekten ziet terugkomen binnen een ras, meer dan bij rasloze katten (die worden niet gefokt, die kweken random).

Of het bagger voeren op zich, zorgt dat de dieren er minder goed tegen kunnen en dat dus doorgeven naar hun nakomelingen, dat betwijfel ik.  Dat is het principe van Lamarck en wordt nog serieus betwist in de evolutionaire kringen.  Enkel de natuurlijke selectie (Darwin) zoals ik hierboven uitleg, is ook echt bewezen.
Wat ik wel geloof is dat dieren die ongezond eten krijgen, hun jongen een slechtere start geven, ook als ze op dat moment wel goed eten zouden krijgen.  Dus dat een dier dat gevolgen draagt van zelf slecht eten gehad te hebben, zorgt dat zijn jongen minder goed starten.
Maar als die jongen zelf wel steeds goed eten gehad hebben, zou dat effect niet meer van toepassing mogen zijn op de jongen daarvan of toch zeker afvlakken over de generaties.
In dat geval is het ook een omgevingseffect en geen genetisch effect. Het komt door de wijze waarin je gevoed wordt bij het opgroeien, niet door de genen die je meedraagt.  Het is belangrijk daar een onderscheid in te maken. 
Jouw voorbeeld van kanker, ligt volgens mij inderdaad ook aan de conserveermiddelen.  Maar dat is dan niets dat uit de omgeving komt en niet uit de genen.  Een jong kan dus niet rechtlijnig kanker overkrijgen van zijn moeder.  Wel kan er een verhoogde kans op ontwikkeling van kanker doorgegeven worden, zoals borstkanker bij mensen vaak is.  Het gaat hier dan om een gen ipv een zuiver voor omgeving (voeding) geinduceerde kanker.  Omgevingsinvloeden inpassen in de genen is iets wat dus tot nu toe niet aanvaard wordt dat het zou kunnen.

Het is ook zo dat genen gelijke kans hebben om doorgegeven te worden, of ze nu tot uiting komen of niet. Als twee dieren dus dezelfde aanleg hebben om een ziekte te ontwikkelen hebben ze evenveel kans om deze aanleg aan hun nageslacht door te geven ongeacht of ze de ziekte ontwikkelen of niet.  Zo werken genen.  Tot uiting komen, heeft daar geen invloed op.

Er zijn wel mechanismen gekend waarbij moeders een gen onderdrukken en die onderdrukking mee doorgeven.  Dus als een ziektegen niet tot uiting komt bij de moeder (door omgeving, of bij toeval), kan het dus zijn dat de jongen dat gen wel krijgen, maar dat het dus ook inactief is bij hen.  Dat kan, maar hoeft niet.  En wanneer wel en wanneer niet, dat is gevorderde genetica hoor. ;-)
Laatst gewijzigd door pearlsofpassion op ma 23 dec 2013, 19:49, 1 keer totaal gewijzigd.
Door Ruisje
#2835181
pearlsofpassion schreef: Je moet wel twee zaken opsplitsen.

........
:) Toen ik eerder reageerde wilde ik ook hierover uitweiden. ;)

Als ex-kattenfokker heb ik een hoop ellende gezien. Oosterse rassen die niet ouder werden dan maximaal 7 jaar.  :'( Waar (ras)verenigingen gezondheid en welzijn van het ras als 1e regel hebben staan, schuiven veel fokkers het met het grootste gemak naar de laatste plaats. Helaas is een podiumplaats vaak belangrijker dan de gezondheid! Het uitbreiden en gezonder maken van de genenpool bij een bepaald ras kost jaren en veel fokkers zien een stap terug van het podium niet zitten.  Ikzelf heb het wel gedaan toen ik een huiskat uit Jordanië in mijn cornish rex lijn bracht. Type ging achteruit, krulletjes weg... ja èn!? Gezondheid hoort op de eerste plaats zonder medische kunstjes. Helaas was het zonder brede steun van een hele rasgroep onmogelijk om met 2 of 3 fokkers het ras gezond te maken.

Nier- (muv pkd) en blaasproblemen, diabetes en schilklierafwijkingen zie ik mijn omgeving evenveel bij zowel htk als raskatten. Ikzelf ben ervan overtuigd dat deze ziekten veroorzaakt worden door voeding alleen.
#2835296
Ruisje schreef: :) Toen ik eerder reageerde wilde ik ook hierover uitweiden. ;)

Als ex-kattenfokker heb ik een hoop ellende gezien. Oosterse rassen die niet ouder werden dan maximaal 7 jaar.  :'( Waar (ras)verenigingen gezondheid en welzijn van het ras als 1e regel hebben staan, schuiven veel fokkers het met het grootste gemak naar de laatste plaats. Helaas is een podiumplaats vaak belangrijker dan de gezondheid! Het uitbreiden en gezonder maken van de genenpool bij een bepaald ras kost jaren en veel fokkers zien een stap terug van het podium niet zitten.  Ikzelf heb het wel gedaan toen ik een huiskat uit Jordanië in mijn cornish rex lijn bracht. Type ging achteruit, krulletjes weg... ja èn!? Gezondheid hoort op de eerste plaats zonder medische kunstjes. Helaas was het zonder brede steun van een hele rasgroep onmogelijk om met 2 of 3 fokkers het ras gezond te maken.

Nier- (muv pkd) en blaasproblemen, diabetes en schilklierafwijkingen zie ik mijn omgeving evenveel bij zowel htk als raskatten. Ikzelf ben ervan overtuigd dat deze ziekten veroorzaakt worden door voeding alleen.
Dat kan ook gewoon niet als je de stambomen gesloten houdt.
Het is een probleem dat je bij alle rassen ziet, zowel honden als katten en waarschijnlijk ook andere dieren.  Als je met zo'n kleine populatie fokt als een ras is, krijg je altijd een serieuze achteruitgang in genetische diversiteit.  Vele rassen hun eigenlijke voorplantingspopulatie is kleiner dan wat gezien wordt als leefbaar.  Ik wil daarmee zeggen dat als je die allemaal bij elkaar zou zetten in het wild, de soort zou uitsterven. Gewoon door een verlies in genetische diversiteit.
Dat kost eeuwen om dat een beetje terug in orde te brengen als je er geen vreemd bloed in brengt en lukt al helemaal niet als je blijft selecteren en met bepaalde dieren verder fokt en andere niet.
Door Lizzy
#2835303
Ik denk dat voeding wel degelijke diepere invloeden heeft. Kijk naar bijv. bepaalde bevolkingsgroepen en hoe hun leefwijze invloed heeft op de gezondheid. Kijk naar echte Indianen. Die vroeger allemaal dun en taai waren en nu massaal lijden aan overgewicht. Kijk naar bepaalde bevolkingsgroepen waar nauwelijks kanker voor komt. Kijk naar de Westerse wereld, waar baby's al met overgewicht geboren worden en met al een standaard meer kans op bepaalde ziektes dan andere niet Westerse bevolkingsgroepen. Mij maak je niet meer wijs dat langdurig, generatie op generatie bagger of gezonde voeding voeren geen invloed heeft op gezondheid en niet alleen maar door wat het lichaam op dat moment binnen krijgt maar dat dit besloten ligt in diepere lagen van het lichaam. Ik geef een heel stom voorbeeld. De Dalmatische Hond rent al jaren niet meer mee met paarden. Maar zodra de hond een paard ziet komt er iets oers in hem naar boven dat zegt "ik moet daar onder, achter of aan de zijkant lopen". Dat zit dieper. En we kunnen het niet aanwijzen. Niet aantonen. Maar het zit er wel, ondanks dat we er al 100 jaar niet meer op selecteren. En zo heeft de jarenlange consumptie van ongezonde voeding ook effect, het legt (denk ik) een soort van 'herinnering op cellen en genen'.

Een soort dit:

Epigenetica: Je levensstijl kan grote gevolgen hebben!

genes Epigenetica: Je levensstijl kan grote gevolgen hebben! Aan een groep test-muizen werd heel veel foliumzuur, vitamine B12 en zink gegeven, om op deze manier een aangeboren gen uit te schakelen wat verantwoordelijk was voor obesitas. Na 5 generaties was het gen inderdaad uitgeschakeld, en werden er ‘gewone’, slanke muizen geboren. Daarna werd weer een normaal dieet gegeven, waarna de muizen binnen 3 generaties weer muizen geboren werden met obesitas.

Dit betekent duidelijk dat voeding invloed kan hebben op het in- en uitschakelen van genen, maar dat dit effect ook weer teruggedraaid kan worden. We noemen deze wetenschap Epigenetica.

Epigenetica is relatief nieuw, omdat er nog veel kennis ontbreekt over het functioneren van de genen.

Het is lastig om ‘zomaar’ even uit te leggen hoe dit mechanisme werkt. Toch ga ik een poging doen, omdat het een heel interessant onderwerp is. Een onderwerp waar we in de toekomst nog veel mee te maken krijgen, of je het nou leuk vindt of niet.

Bij een zoektocht op internet, kwam ik bij een mooie omschrijving op Wikipedia, waarin redelijk duidelijk uitgelegd wordt hoe dit mechanisme werkt, en wat de mogelijkheden voor de toekomst zijn:

Los van de min of meer ingebakken genensequentie, die in de cel de basisstructuur vormt om de voorraad erfelijke eigenschappen en hun relatieve overhand te bepalen, is er een mechanisme dat zich hierop ent, genaamd genomische afstempeling of genomic imprinting. Dit epimechanisme heeft te maken met de mogelijkheid voor het DNA om een gen aan of uit te zetten. Uiteraard ondergaat de verdere ontwikkeling van een nieuwgeboren organisme de beperkingen of bepalingen die door het aan- of uitpatroon worden meegegeven. Rekening houdend met het gegeven dat er 25.000 genen in het menselijk genoom zitten, biedt dit een gigantische hoeveelheid aan mogelijke profielen.

Om dus even heel kort door de bocht te gaan: Epigenetica is een wetenschap wat helemaal draait om het aan en uitzetten van bepaalde genen met behulp van voeding, zonder dat de onderliggende DNA-structuur veranderd wordt. Dit aan- en uitzetten wordt gedaan door zogenaamde epigenen. Hierover later meer.

Het nut van Epigenetica

Uit onderzoeken is inmiddels gebleken dat je bepaalde genen aan- en uit kunt zetten, waardoor je in de huidige generatie en de volgende generaties problemen kunt vermijden. Een bekend onderzoek hierin is het manipuleren van het gen, of de genen, die verantwoordelijk zijn voor kanker, of voor obesitas.

De doelstelling is duidelijk: niet de ziekte zelf bestrijden door een antistof te gaan zoeken, maar de ziekte of aandoening direct aan de basis bestrijden. Ervoor zorgen dat de ziekte domweg niet meer voorkomt in de toekomst door het aan- en uitzetten van de betreffende genen. Genen die erfelijk zijn, en worden bepaald door de zogenaamde epigenen.

Het verschil tussen de genen en de epigenen?

Het is nog niet eens zo heel lang geleden dat algemeen werd aangenomen dat het pakket genen waarmee je geboren wordt, volledig bepaalt hoe het lichaam gaat functioneren. Maar sinds kort is ontdekt dat deze genen niet ‘hard’ geprogrammeerd zijn. Er bestaat namelijk ook nog zoiets als de zogenaamde epigenen (letterlijk: boven de genen). Het zijn deze epigenen die de echte genen aan- en uitzetten. Met behulp van de epigenen worden dus de uiteindelijke genen geprogrammeerd. Maar dit is niet het enige bijzondere aan deze ontdekking.

Het beste moet nog komen: De werking van de epigenen kunnen voor een deel worden gemanipuleerd door de levensstijl en de voeding.

Een voorbeeld: Tweelingen

Om het een en ander nog wat duidelijker te maken, een mooi voorbeeld is die van een één-eïige tweeling. Bij de geboorte hebben ze beiden exact dezelfde DNA-structuur en zeker in de kinderjaren lijken ze vreselijk veel op elkaar. Maar hoe ouder de tweeling wordt, hoe meer verschillen aan de dag komen. Waarom krijgt de ene diabetes en de ander niet? Vanuit genetisch oogpunt zijn ze gelijk, maar de aansturing hiervan is in de loop van de tijd wel gewijzigd naar aanleiding van een verschillende levensstijl en voeding.

In deze periode heeft dit de tijd gehad om een duidelijke stempel te drukken op de genen, en hoe deze worden geprogrammeerd. Voor jou, als individu werkt het precies hetzelfde. De levensstijl en de voeding heeft duidelijk invloed op de programmering van je genen.

Met andere woorden: verschillende versies van jouw als persoon is mogelijk. Door jouw invloed kun jij je genen sturen en bepaal je zelf wie je bent en wie je wordt.

De verschillende factoren die invloed hebben

De factoren die invloed hebben op je epigenen zijn divers. We spreken van 4 groepen factoren: Evolutionaire invloed, transgenerationele invloed, klimaat van de baarmoeder en de levensstijl. Op de eerste twee groepen heb je voor jezelf, en de generaties na jou, geen invloed. De derde groep kun je wel beïnvloeden, maar alleen voor de generatie die na jou komt, dus voor je kinderen. De laatste groep kun je in sterke mate beïnvloeden. Laten we ze alle vier eens wat nader onder de loep nemen:

Evolutionaire invloed

In de afgelopen miljoenen jaren heeft de evolutie bepaald hoe de mens er op dit moment uitziet en functioneert. Als er nieuwe aanpassingen nodig zijn, en dan alleen voor het voortbestaan van de soort, kan dit duizenden jaren duren. Dit staat gelijk aan tientallen generaties. Als wij bijvoorbeeld gedwongen worden om meer in het water te leven als gevolg van een extreme stijging van de waterspiegel, zullen de genen bepalen dat onze handen en voeten meer de vorm krijgen van zwemvliezen. Alleen op deze manier zal de soort kunnen overleven.

Transgenerationele invloed

Hoe jouw lichaam in elkaar steekt en functioneert, is natuurlijk bepaald door je ouders, maar ook direct en indirect door je grootouders en zelfs door hun grootouders. Genetische info, en daarmee ook de epi-genetische info, wordt generaties lang aan elkaar doorgegeven. Om dit wat duidelijker te maken hoe dit werkt: Op het moment dat er een bevruchting plaatsvindt en een vrouw zwanger wordt, wordt de ongeboren vrucht samengesteld uit de genen van de zaadcel van de vader, en aan de andere kant vanuit de genen van de eicel van de moeder.

Ook worden in deze embryonale fase direct al de nieuwe eicellen aangemaakt, dus voor de toekomstige kleinkinderen van de moeder. Hierdoor heb je een directe verbinding tussen grootmoeder/moeder/kind. Ook worden de epigenen overgedragen, dus bevatten de genen van de ongeboren vrucht direct alle informatie over de leefomstandigheden waarin de moeder en de oma leven/geleefd hebben. Als de ongeboren vrucht een jongetje is, werkt dit op dezelfde manier, maar dan natuurlijk met de zaadcellen.

Klimaat van de baarmoeder

Tijdens de zwangerschap worden dan nog enkele epigenetische aanpassingen gedaan, waarbij de laatste drie maanden van de zwangerschap het sterkst wegen. De toestand van de moeder in deze laatste drie maanden is heel sterk bepalend voor de definitieve epigenetische informatie die de baby mee gaat dragen.

Om dit wat duidelijker te maken, een voorbeeld: Er is onderzoek gedaan naar de kinderen van vrouwen die tijdens de laatste maanden van de zwangerschap betrokken waren bij de aanslag op de Twin Towers in Amerika op 9 september 2001. Door de gigantische stressreactie van de zwangere vrouwen bleek dat de later geboren kinderen een veel hoger stressniveau hadden dan in een normale situatie.

De epigenen waren door de stressreactie van de moeder dusdanig beïnvloed, dat de kinderen in de baarmoeder al voorbereid waren dat ze geboren zullen worden in een gevaarlijke, en stressvolle, omgeving. Hiermee is duidelijk aangetoond dat de situatie waarin de moeder zich bevindt tijdens de laatste drie maanden van de zwangerschap, van grote invloed zijn op de rest van het leven van het kind, en de kinderen die daarna komen. Deze invloeden kun je beïnvloeden voor je kind door extra op te letten tijdens deze laatste drie maanden van de zwangerschap.

Levensstijl

voordelen alkaline dieet Epigenetica: Je levensstijl kan grote gevolgen hebben! Deze laatste groep is voor jou en mij het meest interessant. Door je levensstijl kun je zelf je eigen epigenen aanpassen en vormen zoals jij dat wilt. Jij bent de enige die hier controle op uit kan oefenen. Een slechte levensstijl kan zorgen voor ziektes zoals depressie, kanker, hart- en vaatziekten, diabetes type 2, obesitas en overgewicht, auto-immuunziektes, autisme, ADHD, geheugenstoornissen, slaapstoornissen, pijn, premenstrueel syndroom, hoofdpijn, en chronische vermoeidheid.

Bij het onder controle houden en wijzigen van de epigenen spelen een aantal factoren een hele grote rol. Denk hierbij aan de beperking van stress, voldoende beweging en voldoende voedingsstoffen zoals vitamine B12, zink en foliumzuur.

Wanneer er geen balans is in deze factoren, kunnen bepaalde genen die antilichamen maken tegen lichaamseigen stoffen overactief worden. Dit houdt in dat de bepaalde genen ‘aan’ staan, terwijl ze eigenlijk uit hadden moeten staan. Hierdoor kan bijvoorbeeld kanker en auto-immuunziekte ontstaan.

En hoe werkt dit in de praktijk?

In feite is het hele gegeven van Epigenetica nieuw, maar de oplossing hiervoor is al eeuwenoud. Het zal je niet verbazen dat het belangrijk is om er een gezonde levensstijl op na te houden, dus gevarieerd eten, voldoende bewegen, goed slapen, geestelijke uitdaging, niet roken, geen overmatig alcoholgebruik en overmatige stress vermijden.

Dit is allemaal wel bekend, maar wat is nu eigenlijk gezond eten? Hoeveel slaap is voldoende slaap? En wat is voldoende qua beweging? Om deze vragen te beantwoorden moeten we naar het verleden kijken. De tijd waarin we nu leven, is een tijd waarin ontzettend veel veranderd is.

Bedenk maar eens wat er in 1 a 2 generaties allemaal gewijzigd is.

Onze genen en epigenen hebben nog niet de tijd gehad om zich aan te passen. Het is dus logisch om terug te grijpen naar de omstandigheden die al duizenden jaren lang goed voor ons bleken te zijn, ondanks alle veranderingen. Een goede manier om niet te vervallen aan chronische ziekten en epidemieën zoals osteoporose, bederf van tanden, diabetes, overgewicht en hart- en vaatziekten.

Vanuit dit oogpunt komt steeds duidelijker naar voren dat de leefstijl zoals deze wordt omschreven in het Paleolithische dieet nog niet eens zo’n slechte keuze is. De nieuwe kennis van de Epigenetica, gecombineerd met dit oeroude dieet klinkt tegenstrijdig, maar heeft meer met elkaar te maken dan je op het eerste gezicht zou denken.

De Paleo Levensstijl

paleo voedingspatroon Epigenetica: Je levensstijl kan grote gevolgen hebben!Ik heb hier inmiddels al een aantal artikelen over geschreven, dus daar verwijs ik graag naar. Maar voor de volledigheid toch even een beknopte beschrijving over deze nieuwe kijk op het oeroude dieet.

Het basisidee achter deze nieuwe manier van leven, is het feit dat onze fysiologie en onze genen ontwikkeld zijn door de natuurlijke selectie. Dit betekent concreet dat ons lichaam het meest optimaal zou gaan werken als we het voedsel zouden eten wat ook beschikbaar was tijdens de eerste periode van de evolutie van de mens.

Sinds ongeveer 10.000 jaar geleden zijn we ander voedsel gaan eten, met name door de agrarische evolutie. Eten werd niet meer in het wild gezocht en gevonden, maar werd speciaal gemanipuleerd en gekweekt voor consumptie. Volgens het Paleolithische dieet is ons lichaam daar helemaal niet op aangepast, en kan dit dus grote schade aanrichten.

De gevolgen zijn ziektes en aandoeningen die direct en indirect iets te maken hebben met het metabolisme, dus met de spijsvertering. Denk hierbij aan Alzheimer, Osteoporose, auto-immuunziekten, hart- en vaatziekten, hypertensie, diabetes type 2 en obesitas. Allemaal stuk voor stuk ziektes en aandoeningen die bij onze voorouders helemaal niet bestonden.

Conclusie

Epigenetica is een lastig, en in sommige gevallen moeilijk te bevatten, onderwerp. Maar de basis is dat jij zelf invloed uit kunt oefenen op de epigenen, en dus de genen, van jouw eigen lichaam en de generaties die na jou komen. Dit kun je doen door er een gezonde levensstijl op na te houden, met voldoende beweging, weinig stress en gevarieerd te eten.

De wetenschap is dus erg ingewikkeld, maar de oplossing, waar het in feite om draait, is erg eenvoudig te bevatten, en toe te passen. In feite wat ik al jaren promoot op de website: Gezond leven!
Laatst gewijzigd door Lizzy op di 24 dec 2013, 08:56, 1 keer totaal gewijzigd.
#2835308
pearlsofpassion schreef:

Er zijn wel mechanismen gekend waarbij moeders een gen onderdrukken en die onderdrukking mee doorgeven.  Dus als een ziektegen niet tot uiting komt bij de moeder (door omgeving, of bij toeval), kan het dus zijn dat de jongen dat gen wel krijgen, maar dat het dus ook inactief is bij hen.  Dat kan, maar hoeft niet.  En wanneer wel en wanneer niet, dat is gevorderde genetica hoor. ;-)
Met dit stukje verwees ik inderdaad ook naar Epigenetica.
Maar dit is iets wat in de genen aanwezig is en er wordt gewoon doorgegeven of het gen aanstaat of niet.  Schakelaar principe.
Het is niet iets nieuws dat in de genen komt onder invloed van de omgeving.  Dat is een wezenlijk verschil. 
Dat laatste is hoe Lamarck (in de tijd van Darwin) dacht dat evolutie werkte.  Als je lang genoeg iets gebruikt of doet, dan wordt dat genetisch ingebouwd.  Hij dacht dat giraffen een lange nek krijgen doordat ze steeds hun nek uitrekten. Die ene giraf zijn nek werd dus iets langer (dat kan, door de spiervorming) en die gaf dat weer door aan zijn jongen die op hun beurt verder gingen met rekken. Dat was zijn idee.
In werkelijkheid is het gewoon zo dat giraffen die bij toeval een langere nek hadden dan hun soortgenoten, beter bij de blaadjes konden en dus zich beter konden voortplanten en daarbij het gen voor een langere nek doorgaven.  De genen voor een lange nek kwamen er dus niet door het zelf rekken van de nek, maar bij toeval. Ze zijn echter zo voordelig dat ze sterk geselecteerd worden (natuurlijke selectie).

Epigenetica volgt het Lamarck-principe niet.  Epigenetica is gewoon het aan en uitschakelen van iets wat nuttig is of niet maar in de eerste plaats wel al aanwezig is.  Vandaar dat het ook zo snel kan gaan. Echte evolutie dmv mutaties van genen, kan nooit zo snel gaan en is ook niet zo gericht.
Epigenetica zie ik dan ook niet als een echte genetische verandering, maar eerder als een omgevingsinvloed.  Bij omgevingsinvloeden hoort trouwens ook maternale invloeden. Dus zaken die je meekrijgt van je moeder die niet specifiek genetisch zijn.  Die niet zuiver de genen zijn die je al dan niet draagt. 
Dat kan gewoon zijn door welk voedsel je van haar krijgt (zeker bij zogende dieren), maar ook hoe ze zich gedraagt ed...  Of je schoon gehouden wordt of slecht verzorgd wordt.  Maakt veel invloed op je gezondheid. 
Maar het veranderd allemaal niets aan je genen.  Wel aan welke genen je gebruikt, maar je kan pas genen gebruiken als je ze in de eerste plaats gekregen hebt...

Dat voorbeeld van de zwemvliezen is wel frapant.
Mensen ontwikkelen nog kieuwen en zwemvliezen bij de ontwikkeling, dat is waar.  Ze niet hebben is een verdere stap in de ontwikkeling dan ze wel hebben. Duidelijk omdat we uit vissen geëvolueerd zijn en niet omgekeerd.
Maar om zomaar te stellen dat als dat voordelig zou zijn, we terug zwemvliezen zouden krijgen, dat vind ik toch wel straf.  Voor hetzelfde geldt lukt dat helemaal niet zo eenvoudig meer.  Maar goed, het zou zeker wel kunnen.
Laat ik daar dan wel nog een keertje duidelijk stellen dat dat niet zomaar kan bij zaken die we nooit gehad hebben in onze evolutionaire geschiedenis. We kunnen vb niet zomaar snel even vleugels kweken als alles onder water zou lopen.  Als je dat zou denken, kom je terug bij Lamarck uit.
De mens kweekt trouwens niets zelfs meer (lichamelijk), ze bouwen het gewoon.  De mens is het eerste dier dat zo ver gegaan is in ipv zich aan te passen aan de omgeving, de omgeving aan zichzelf aan te passen.  ;)
Ze denken het beter te kunnen dan moeder natuur en het wordt hoe langer hoe meer duidelijk dat men zich daar schromelijk  in vergist.
Laatst gewijzigd door pearlsofpassion op di 24 dec 2013, 09:11, 1 keer totaal gewijzigd.
#2835312
Nee, maar zo interpreteer ik de eigenlijke topicvraag wel.  :biggrin2:

Door epigenetica kan voeding dus zeker een invloed hebben op latere generaties. Maar om dan te zeggen dat je er ziekten in kan fokken, dat vind ik niet. Want dan moeten die genen in de eerste plaats al aanwezig zijn en doorgegeven worden.

Wat je wel kan zeggen is dat door goede voeding te geven, je kan zorgen dat die genen niet meer gebruikt worden.  Dat is de zaak omdraaien. En dat maakt bij genetica echt wel verschil.  Aangezien niet alles dat aanwezig is (genotype), noodzakelijk ook een effect heeft (fenotype), maar dat iets wat voorkomt uit genen niet kan ontstaan al je het gen in kwestie niet draagt. Als dat wel het geval is, is het niet genetisch en dus ook niet echt ingefokt.
Laatst gewijzigd door pearlsofpassion op di 24 dec 2013, 09:16, 1 keer totaal gewijzigd.
Door Lizzy
#2835320
Kwestie van interpretatie misschien maar zo interpreteer ik de documentaire absoluut niet. Deze dus: Dus zou ik de vraag nog een keer mogen beantwoorden, van TS, dan zou ik volmondig antwoorden met "ja, dat klopt".
#2835425
Sarah5 schreef: Ik heb geen idee waar ik dit moest plaatsen, maar er speelt al een tijdje een idee door mijn hoofd. En ik wilde het hier eens tegen het licht houden.

Kan het zo zijn dat 'wij' (als in de gemiddelde Nederlander en brokvoerder) door onze katten een voeding te geven met te weinig vocht, veel koolhydraten, suikers, zetmeel en zeer laag en van slechte kwaliteit eiwitgehalte, ziekten die daaruit voortkomen als het ware 'infokken' in de huidige populatie katten?
Of is het zo dat katten vroeger (de muizenvangers) niet zo veel waarde als huisdier hadden maar eerder als (makkelijk vervangbare) ongediertebestrijder en dat deze dus ook minder oud werden en minder de kans kregen op de ziektes te ontwikkelen?

Ik heb het dan over: nier- en blaasproblemen, suikerziekte, schildklierafwijkingen (en ik zal er vast nog een paar vergeten)
Op het vetgedrukte deel zeg ik nee.
Ik zeg dat voeding zeker effect heeft om het welzijn van een dier en dat dat via bepaalde principe's zelfs over generaties heen gaat.  Maar ik zeg niet dat je door slechte voeding te geven, slechte genen zou creëren.  Dat geloof ik niet, en heb ik nog nooit ergens tegengekomen.  Niet op die manier.
Dat je door goede voeding slechte genen kan uitschakelen en dat dus bij slechte voeding er meer schadelijke genen komen bovendrijven, daar kan ik in meegaan, maar  dat slechte genen zouden ontstaan door slechte voeding. Srr, daar geloof ik niets van. ;) Ze waren dan gewoon al aanwezig.

Ik denk dat we in wezen wel hetzelfde idee hebben hoor. 
Voeding heeft een invloed op het welzijn, generatie's lang.
Ik geloof gewoon dat dat komt door invloed op genen die al aanwezig zijn en dat het infokken van die slechte genen op een andere manier gebeurt (kleine fokpopulatie, verder fokken met dieren die slechte genen bezitten en de gevolgen van deze bestrijden met medicijnen... enz). 

Het resultaat is maar een nuance verschil, maar ik vind dat als evolutionair wel een belangrijk verschil...  :-[

Uiteindelijk komt het er ook op neer dat je door goede voeding alleen die slechte genen niet weg gaat krijgen.  Je ziet niet dat ze er zijn, tot het moment dat er weer slechte voeding zou gegeven worden. Dan zijn ze zo weer terug. Dat zeggen ze ook in je stukje over epigenetica.
Als je de slechte genen eruit wil selecteren kan dat pas door niet met dieren te fokken die het gen hebben. Dat klinkt natuurlijk simpeler dan het is, want meestal gaat het ook niet over 1 gen ed... Maar het komt daar wel op neer, enkel met gezonde dieren fokken.  En ik weet zeker dat dat niets nieuws is  :biggrin2:
Laatst gewijzigd door pearlsofpassion op di 24 dec 2013, 12:30, 1 keer totaal gewijzigd.
 Terug naar “Vragen en Problemen gezondheid”

Barfplaats wordt gesponsord door