- do 05 aug 2010, 18:23
#1705421
Ik heb je vraag even naar medisch verhuisd.
Overigens ben ik van mening dat ratten helemaal geen smerige beesten zijn. Het zijn vreselijke mooie en vooral sociale dieren met een zeer ingewikkeld en boeiend karakter. Maar goed, da's een ander verhaal.
Was het nou een rat of een woelrat? Dat maakt nogal verschil. Een woelrat is een ander dier dan de bruine rat die o.a. de ziekte van Weil verspreid:
De woelrat of waterrat (Arvicola amphibius of ook wel A. terrestris) is een knaagdier uit de familie van woelmuizen. Hij leeft voornamelijk in de buurt van water, en is een goede zwemmer en duiker. In Frankrijk en het Iberisch Schiereiland leeft de verwante West-Europese woelrat (Arvicola sapidus). De bergwoelrat (Arvicola scherman) werd vroeger als een bijzondere, op het land levende vorm van A. amphibius gezien, terwijl A. amphibius zelf meer in het water leeft. Deze soort komt voor van Noord-Spanje tot Zuid-Nederland en Midden-Roemenië.
Bruine rat:. De bruine rat (Rattus norvegicus) is een zoogdier, behorende tot de orde van de knaagdieren. De soort is ook wel bekend onder de namen Noorse rat, rioolrat, waterrat, stadsrat, of kortweg rat met variëteiten laboratoriumrat en tamme rat. Met de naam "waterrat" wordt vaker de woelrat bedoeld. De bruine rat is één van de succesvolste zoogdieren ter wereld en komt tegenwoordig over bijna de gehele wereld voor tot in de binnenlanden van Afrika. Zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied was waarschijnlijk een deel van Noord-China. De bruine rat is de typesoort van het geslacht rattus. Zijn nauwste verwanten zijn de Aziatische soorten Rattus pyctoris en Rattus nitidus.
Welke zoönosen kunnen door een rattenbeet worden overgebracht en wat zijn de belangrijkste
symptomen daarvan?
De behandelde zoönosen vormen slechts een greep uit de zoönosen die door ratten kunnen worden
overgebracht.
- Rat bite fever
- Leptospirose
- Koepokkenvirus infectie
- Pasteurellose
Ratbite fever, rattenbeetziekte (RBZ)
Wordt veroorzaakt door Streptobacillus moniliformis of, vooral in Azië, door Spirillum minus. De
belangrijkste transmissieroute is die van een rattenbeet. Overdracht kan ook plaats vinden door een
beet van predatoren van ratten, zoals honden, katten, wezels en fretten. Naar schatting 10% van alle
rattenbeten resulteert in RBZ. Na een incubatieperiode van minder dan 10 dagen presenteert RBZ
zich als een griepachtig syndroom met koorts, rillingen, hoofdpijn, braken artralgie en myalgie. Twee
tot vier dagen na het begin van de koorts komt een maculo-papulair exantheem van de ledematen,
soms ook pustuleus, tot ontwikkeling. Ingestie van met rattenexcreta verontreinigd voedsel kan leiden
tot een gastro-intestinale manifestatie (Haverhill fever) die gekenmerkt wordt door faryngitis en braken.
Koorts kan terug keren en, net als artritis, lang blijven bestaan. RBZ is een zeldzame zoönose, de
incidentie is niet bekend.
Leptospirose,
Wordt veroorzaakt door een van de serovars van de pathogene Leptospira interrogans. Serovars
verschillen in hun ziekmakend vermogen en zijn geadapteerd aan bepaalde gastheer soorten. De
bruine rat is gastheer van Leptospira Icterohaemorrhagiae die een ernstige vorm van leptospirose, de
ziekte van Weil, kan veroorzaken. Geïnfecteerde dieren scheiden de bacterie uit met de urine.
Mensen raken gewoonlijk besmet door contact met rattenurine, het zij door direct contact met dieren,
ook door beten, of via het met rattenurine verontreinigd milieu. De incubatieperiode is gemiddeld 7 tot
12 dagen. De ziekteverschijnselen lopen zeer uiteen en zijn niet specifiek voor leptospirose.
Symptomen zijn onder andere plotseling opzettende (doorgaans hevige) hoofdpijn, koorts, spier- en
gewrichtspijnen, overgevoeligheid voor licht, misselijkheid en braken. Bij 10% van de gevallen kan de
infectie een ernstig beloop nemen (ziekte van Weil) met hemorrhagische diathese,
leverfunctiestoornissen eventueel gepaard met icterus, nierproblemen die kunnen leiden tot olig- of
anurie en meningitis. De ziekte van Weil kan, indien niet tijdig behandeld, in 20% van de gevallen
fataal aflopen. In Nederland worden jaarlijks gemiddeld 30 gevallen van ernstige leptospirose
geregistreerd die in 5% van de gevallen fataal afloopt.
Koepokkenvirus (cowpoxvirus, CPXV) infectie
CPXV is lid van het genus orthpoxvirus en nauw verwant aan vaccinia, variola en monkeypoxvirus.
Het reservoir van CPXV zijn knaagdieren. Mensen, runderen en katten worden incidenteel besmet.
Katten en andere dieren kunnen als vector voor menselijke infecties fungeren. CPXV is niet zeer
besmettelijk voor de mens. Overdracht naar de mens vindt via de beschadigde huid plaats. De infectie
resulteert in huidlesies aan vingers, handen en het gezicht die achtereenvolgend een maculair,
papulair, vesiculair, pustulair, ulcereus en eschar stadium doorlopen. Bij immunogecompromitteerde
personen kan de infectie generaliseren en fataal aflopen.
Pasteurellose
Is het gevolg van een infectie met Pasteurella multocida. Het principiële reservoir van P. multocida zijn
dieren. Pasteurellose kan ook door ratten worden overgebracht maar getalsmatig zijn beten van katten
gevolgd door die van honden het belangrijkst. Tot 90% van alle infecties na een kattenbeet en tot 50%
van alle infecties na een hondenbeet kunnen door P. multocida worden veroorzaakt. Het risico op een
Pasteurella infectie na een kattenbeet wordt tot 10 keer hoger geschat dan na een hondenbeet. P.
multocida kan binnen enkele uren na een beet leiden tot een rapide voortschrijdende infectie die wordt
gekenmerkt door erytheem, pijn en zwelling (cellulitis) en purulente uitvloeiing. Zonder tijdige
interventie zijn ernstige complicaties mogelijk, zoals tenosynovitis, septische arthritis en osteomyelitis.