Hier kun je artikelen/informatie over medische zaken posten en vinden, dat als naslagwerk kan dienen voor de forumleden. Dit is GEEN vragen of discussie-categorie.

Moderator: Charlie Angel

Door Paul_Barte
#14224
Algemeen

Vitamine is een samentrekking van de woorden vita en amine. Vita betekent leven en een amine is een chemische verbinding van stikstof, koolstof en water. Rond 1900 ontdekte de Engelse arts Hopkins dat bepaalde stoffen van levensbelang waren, hij noemde deze stoffen vita-amine. Later zijn deze woorden samen getrokken tot vitaminen.
Het is onmogelijk in leven te blijven zonder alle essentiële vitaminen. Vitaminen zijn in zeer geringe hoeveelheden onmisbaar voor een normale ontwikkeling, het in stand houden en het optimaal functioneren van een organisme.
De meeste vitaminen kunnen niet door ons lichaam gemaakt worden. Het lichaam is alleen in staat om de vitaminen D3, K en sommige B-vitaminen zelf aan te maken. De meeste vitaminen moeten dus uit het voedsel opgenomen worden. Dit geeft al meteen aan dat voeding erg belangrijk is. In geval van slechte voeding is vitamine suppletie zeker zinvol.
Vitaminen komen voor in organische stoffen. Niet overal evenveel en ook niet overal dezelfde. Indien men het juiste voedsel en in de juiste samenstelling zou eten, dan krijgt men voldoende vitaminen binnen. Tegenwoordig is echter veel voedsel industrieel bewerkt en hierdoor ontdaan van veel voedingsstoffen en vitaminen. In de meeste gevallen is suppletie dus zeker zinvol.
Vitaminen zelf bezitten geen voedingswaarde (het lichaam kan er geen energie uit halen). Ze kunnen dan ook niet gebruikt worden ter vervanging van voedsel.
Vitaminen hebben vaak een functie als co-enzym (het batterijtje van een enzym; de bougie van een auto) bij diverse metabole processen. De benodigde hoeveelheid is minuscuul (zeker in vergelijk met eiwitten, vetten en koolhydraten). Toch kan het tekort van slechts één vitamine het gehele lichaam in gevaar brengen. Dus hoewel vitaminen zelf geen voedingswaarde bezitten zijn ze wel noodzakelijk voor het vrijmaken van energie uit andere verbindingen.
De spijsvertering
Om vitaminen op te nemen is het van belang dat de spijsvertering optimaal verloopt. Verstoringen in de spijsvertering kunnen tekorten geven van bepaalde vitaminen.
De spijsvertering verwerkt het voedsel dat we eten. Dit is een proces van voortdurende chemische splitsing van stoffen die het lichaam via de mond zijn binnengekomen. Deze (doorgaans ingewikkelde chemische) stoffen worden door middel van enzymen omgezet in eenvoudige chemische verbindingen. Alleen deze eenvoudige verbindingen kunnen worden opgenomen door de darmwand om zo in de bloedbaan te komen.
De spijsvertering begint al in de mond, hier wordt het voedsel gekauwd (om het oppervlak te vergroten). Tevens vindt vermenging met speeksel plaats. Hierin zit het enzym amylase, dat zetmeel omzet in enkelvoudige suikers (deze zijn direct door het lichaam te gebruiken).
Na doorslikken komt de voedselbrij via de slokdarm in de maag. Hier vindt vrijwel geen absorptie (met uitzondering van alcohol) plaats. Waterige substanties verlaten de maag snel, vetten blijven aanmerkelijk langer aanwezig. Een gewone maaltijd (bestaande uit koolhydraten, eiwitten en vetten) verlaat de maag in 3 tot 5 uren.
Maagklieren en gespecialiseerde cellen produceren slijm, enzymen, zoutzuur en een stof die vitamine B12 in staat stelt door de darmwand heen in de bloedstroom te komen.
Het zoutzuur heeft tot doel een zuur milieu te creëren. Hierdoor wordt een ongunstige omgeving verkregen voor allerlei micro-organismen en een gunstige omgeving voor het belangrijkste enzym in de maag: pepsine. Dit enzym breekt eiwitten af en is alleen actief in een zuur milieu.
Na de maag komt het voedsel in de dunne darm. Deze bestaat achtereenvolgens uit: twaalfvingerige darm (duodenum), nuchtere darm (jejunum) en de kronkeldarm (ileum). Door de toevoeging van alkalische sappen (pancreassap, gal en darmsappen) wordt het milieu basischer.
In de dunne darm vindt de afbraak en opname van bijna alle voedingsstoffen plaats. De waterige brij uit de dunne darm komt in de dikke darm. Terugstroming wordt tegengegaan door een spierachtige klep (de klep van Bauhini). In de dikke darm wordt voornamelijk vocht uit de brij geabsorbeerd. Het duurt 12 - 15 uur voordat de brij de gehele dikke darm is gepasseerd.
In tegenstelling tot de kiemvrije maag, wordt de dikke darm druk bevolkt door bacteriën (de darmflora). Zodoende bestaat een groot deel van de ontlasting uit bacteriën en verder uit onverteerbaar materiaal, voornamelijk cellulose.
Bij de spijsvertering spelen de galblaas en de alvleesklier een belangrijke rol. De galblaas dient voor de opslag van gal. Vanuit de galblaas wordt het gal aan de darminhoud toegevoegd. Gal emulgeert vet, waardoor het oppervlak van het vet vergroot en het makkelijker afgebroken kan worden. In de ontstane vetbolletjes kunnen vetoplosbare vitaminen oplossen, die hierdoor opgenomen kunnen worden.
De alvleesklier produceert insuline (een hormoon dat van belang is voor de glucosehuishouding), dit wordt afgegeven aan het bloed. Verder produceert de alvleesklier alvleessap. Dit bevat verschillende enzymen:
·      lipasen voor de afbraak van vet,
·      proteasen voor de afbraak van eiwitten,
·      amylasen voor de afbraak van zetmeel.

In dit geheel speelt ook de lever een belangrijke rol. Alle stoffen die uit de darmen worden opgenomen en in het bloed terecht komen, belanden via het poortadersysteem in de lever. Dit is een soort van chemische fabriek, die in staat is om vrijwel elke chemische structuur af te breken. Zodoende speelt de lever een belangrijke rol bij de ontgifting van het bloed. Tevens vindt er in de lever opslag plaats van de vetoplosbare vitaminen A en D.
Vitaminen
De vitaminen worden onderscheiden in twee hoofdgroepen:
1.      in vet oplosbare vitaminen;
2.      in water oplosbare vitaminen.

Vitaminen zijn organische stoffen en moeten met andere voedingsstoffen en mineralen worden ingenomen. De wateroplosbare vitaminen (voornamelijk B complex en C) worden tamelijk snel uitgescheiden met de urine. Een regelmatige aanvoer is dan ook noodzakelijk om ze op peil te houden. De vetoplosbare vitaminen kunnen daarentegen wel opgeslagen worden. Het depot moet vanzelfsprekend regelmatig worden aangevuld, maar er is wat reserve.
Er zijn veel verschillende vitaminen bekend, van een aantal is redelijk bekend wat de functie is in het lichaam. Daarnaast zijn de gevolgen van een te veel aan vitaminen goed beschreven en wat er gebeurt als er een tekort ontstaat. In vrijwel alle gevallen is het onmogelijk om de functie van een bepaalde vitamine los te zien van andere vitaminen en van het functioneren van het lichaam op zich.

Barfplaats wordt gesponsord door