- wo 04 nov 2009, 09:21
#1408135
Heb over het "postduiven probleem" vorige maand correspondentie gevoerd met de woordvoerder van de NBPW (bond pluimvee en wild sector).
Onderstaand een antwoord op mijn vraag:
Hoe kan men waarborgen dat er in het vlees van tamme duiven geen sporen van medicatie of bestrijdingsmiddelen zitten?
( een poelier moet bij verkoop nl aangeven of het om tamme of wilde duif gaat)
Beste Annemiek,
Daar heb je een punt, ik heb nog even wat zaken voor je uitgezocht.
Met betrekking tot jouw vraag over de gezondheidsaspecten bij de consumptie van tamme duiven, kan ik je het volgende mededelen:
De tamme duif valt onder de categorie pluimvee en valt bij slachting onder het regime van de VWA. De speciaal voor dit doel gekweekte tamme duif, is goed herkenbaar en wordt ook gekeurd geslacht aangeboden.
Slachtprocessen moeten plaatsvinden in erkende pluimveeslachterijen die onder toezicht staan van de VWA. Dit toezicht beperkt zich tot (papieren) procescontroles, visuele beoordeling (van o.a.ingewanden) en toezicht op het gebied van hygiene, werkwijze, materiële en bouwkundige zaken.
Steekproefsgewijs worden monsters genomen en onderzocht op residuen.
Er kunnen zich echter problemen voordoen bij postduiven, omdat deze groep duiven ook als tam aangemerkt wordt. Uitgangspunt is dat postduiven worden gekweekt en gehouden voor de duivensport en als hierbij dan uitvallers zijn, tracht men deze duiven te vermarkten, om nog enige opbrengst te genereren.
Veel jonge postduiven kunnen verdwalen na een vlucht en aansluitend verwilderen. Als zij als zodanig zijn geschoten en in de handel komen, spreek je niet echt meer van een tamme duif, gezien zijn voedselverleden van de voorgaande weken.
De postduif is als consumptie duif niet echt ideaal om te kweken, simpel vanwege het feit dat de financiele opbrengst bij kweek niet economisch rendabel te noemen is. Bovendien is de postduif moeilijker te plukken en het vlees is duidelijk nderscheidbaar harder als van zijn tamme gekweekte en wilde soortgenoten.
Duivenmelkers kweken hun duiven voor de prestatie van de wedstrijdvlucht.
Het is niet geheel ondenkbeeldig dat daarbij, tegenwoordig verboden middelen worden gebruikt. Door de opkomst van internet en de hoge kosten voor dierenartsenbezoek en advies, zijn er duivenmelkers die aan het experimenteren zijn geslagen, mbt het zoeken naar medicatie en prestatieverbeterende middelen. De branche zelf heeft dan wel een zelfregulerende vorm van dopingcontrole hiervoor opgezet, welke erg prijzig is en derhalve alleen bij internationale wedstrijden, in beperkte aantallen, wordt uitgevoerd. Voor de humane consumptie is dit dus niet echt waterdicht te noemen. Hormoon preparaten en de overige verboden middelen, zijn voor de humane consumptie het meest risicovol, omdat de residuen daarvan het langst in het dier aanwezig blijven.
Voor gangbare medicatie van postduiven, bij voorbeeld medicatie tegen het geel (ook een echt gemeen goedje voor de mens) en/of algemene antibiotica kuren, zijn met 2 tot 4 weken na het laatste gebruik niet meer als residu in het dier te traceren.
Men dient dus een goede vertrouwensband met de duivenkweker te hebben indien men hier blind op wil gaan vertrouwen.
Daarnaast moet niet uit het oog worden verloren dat indien er wel residuen van medicatie in postduivenvlees wordt aangetroffen de dossering zo laag ligt en de te consumeren hoeveelheid (door de afmetingen van duivenborsten-2x50 gram) nooit van grote invloed zullen zijn op het menselijk lichaam. Voor antibiotica ligt het iets anders/gevoeliger omdat sommige mensen hier overactief op kunnen reageren.
Mijn advies aan poeliers zou zijn om alleen postduiven in de verkoop te willen nemen die voldoende zijn gevrijwaard van medicatie, middels een schone voerperiode van 2 tot 4 weken. Duivenmelkers zijn overigens gemiddeld goed op de hoogte van de gevaren van de verstrekte medicijnen, maar het blijft altijd gevaarlijk om iemand op zijn blauwe ogen te vertrouwen. Mij zijn geen gevallen bekend, waarbij het is misgegaan.
Ik hoop je hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.