tigger schreef:
Hi Lizzy,
Hij heeft prednison gehad vanwege een maag-darmontsteking.
Hij heeft echt met grote regelmaat oormijt, schijnt een sharpei-kwaaltje te zijn. De DA zei dat het waarschijnlijk chronische mijt is en dus er weinig anders aan te doen is dan regelmatig behandelen.
Vorig jaar is er wel een periode geweest dat het, volgems mij, echt weg was. Dat was in de tijd dat ik van otiderm op prodier ben overgestapt. Van otiderm werden z'n oren kaal en de jeuk 4 X zo erg. En prodier sloeg direct aan, het ging toen ook een tijd goed.
Zelf heb ik het idee dat toen Beau ziek werd en prednison kreeg, het erger is geworden. Ik gebruik prodier ook gewoon door hoor. Maar heeft het wel zin dan vanwege de tegenwerking van de prednison??
Ik ben het met Liz eens dat "chronische oormijt" een raar iets is, klinkt net als dat mijn hond chronisch vlooien heeft.
Misschiend at de sharpei wat gevoeliger is omdat wat ik aan sharpeioortjes heb gezien ze vaak nogal een (even suf gezegt) een klein gat hebben waardoor de ventilatie minimaal is en vuil ook de kans krijgt om zich goed op te hopen omdat het moeilijk te verwijderen is. In Otiderm zit ook prednison/cortisonen verwerkt. In de regel is het HET middel om mijten te doden, maar dan moet men er wel lang genoeg mee doorgaan en tussen het zalven door telkens de oren goed schoonmaken. Vooral dat laatste wordt nog wel eens vergeten, maar vaak wordt het er ook niet bijverteld. Mijten gedijen op vuil en warmte. De warmte kunje verder weinig aan doen, maar als ik jou was zou ik die oren eens goed laten uitspoelen, zelf doen mag natuurlijk ook, maar je moet wel zeker weten dat het trommelvlies 100% dicht is anders gaat het niet goed en dat kan weer alleen de DA zien. Als het oor dan goed schoon is gespoeld kun je zinvol gaan behandelen/schoonhouden , anders blijf je denk ik aan de gang.
Oh ja, en net als bij vlooien is de weerstand ook belangrijk binnen het mijtenverhaal. Een weerstandsverhogend middel (Echinacea oid.)in tijden dat de mijtinvasie opleeft draagt dan ook positief bij.