Ik ben heel blij jullie te mogen presenteren: de scriptie van: Linda Jansma, dierenarts in opleiding.
Linda, dank je wel dat ik dit op Barfplaats mocht plaatsen!
Deel 1:
Aspecten van vaccinatie als oorzaak voor aanvallen bij epilepsie in honden
Met extra aandacht voor het distemper vaccin.
door
Linda Jansma
Almere, 1999
Begrip epilepsie
Ter verduidelijking van het begrip epilepsie volgt eerst een aantal verklaringen met betrekking tot uitdrukkingen die gebruikt worden bij het beschrijven van het onderzoek.
Er bestaan twee soorten epilepsie:
Primaire epilepsie: ook wel idiopatische, genetische of ‘echte’ epilepsie genoemd. Voor dit soort epilepsie is meestal geen oorzaak te vinden. De diagnose wordt gesteld door alle andere oorzaken uit te sluiten. Primaire epilepsie ontstaat meestal als de hond een leeftijd heeft tussen 6 maanden en 5 jaar.
Secundaire epilepsie, waarbij een aanwijsbare oorzaak te vinden is. Er zijn tal van oorzaken voor secundaire epilepsie, waarbij het doel van de behandeling is, de oorzaak weg te nemen, wat echter meestal moeilijk is, omdat de oorzaak vaak niet duidelijk is vast te stellen.
Epilepsie bestaat uit het herhaaldelijk optreden van aanvallen. Bij honden zijn er drie soorten aanvallen te onderscheiden.
PartiÎle aanvallen, waarbij bepaalde delen van het lichaam betrokken zijn, zoals bijvoorbeeld stuiptrekken, vlieghappen, zenuwtrekjes in het gezicht of het trekken met een oor.
Gegeneraliseerde aanvallen, ook wel grand mal genoemd. Deze aanvallen bestaan uit twee fasen: de tonic en de clonic fase. De tonic fase is herkenbaar aan het omvallen van het dier, verlies van bewustzijn, het verstijven van de poten en krampen van het hele lichaam. Soms stopt ook de ademhaling. Deze fase duurt gewoonlijk ongeveer 10-30 seconden. De clonic fase bestaat uit het bewegen van het hele lichaam, waaronder het heftig bewegen van de poten (het zogenaamde ‘lopen’). Bij beide fasen kan ook de controle over blaas of darmen wegvallen en kan er salivatio optreden. In sommige gevallen verschijnt er schuim om de mond.
Atypische aanvallen, welke niet in te delen vallen bij de vorige twee soorten.
De meeste aanvallen zijn in drie fasen in te delen.
De aura is de beginfase voor de werkelijke aanval. De hond is onrustig en vertoont soms afwijkend gedrag. Het dier kan aanhankelijker worden, of zich juist terugtrekken. Soms is er een vreemde blik in de ogen te zien. De aura kan enkele minuten tot enkele dagen aanhouden.
De ictus is de werkelijke aanval. De hond valt om, verstijfd gedurende een korte periode (± 30 seconden), gevolgd door ontspanning, waarbij krampen en heftige beweging met de poten optreed. De ictus duurt ongeveer 1-3 minuten.
De post-ictale fase is de periode na de aanval. De hond komt bij bewustzijn, krabbelt overeind en is meestal een poosje de kluts kwijt. Sommige honden hebben extreme honger of dorst. Vaak zien ze slecht en hebben moeite met bewegen. Enkele honden zijn vlak na de aanval overactief en anderen zijn juist geheel uitgeteld. De post-ictale fase kan enkele minuten tot enkele dagen duren.
Buiten de genoemde soorten aanvallen, zijn er een tweetal bijzondere vormen van een aanval, waar extra aandacht aan besteed moet worden:
*Clustering
Dit is wanneer een hond meerdere aanvallen op een dag heeft, waarvan hij tussentijds niet voldoende hersteld, dus waarbij geen herkenbare post-ictale fase optreedt.
*Status epilepticus
Hierbij is sprake van een aanval, die langer dan enkele minuten duurt, waarbij de hond niet of nauwelijks bij bewustzijn komt. Elke aanval wordt gevolgd door een nieuwe, waardoor de aanvallen eindeloos door kunnen gaan.
Algemene inleiding
De oorzaken voor het ontstaan van epileptische aanvallen bij hon-den lopen sterk uiteen. Het feit dat alle honden verschillend reageren op medicaties, voedsel, en indrukken van buitenaf, kan toegewezen worden aan de verschillen in algehele geaardheid, zowel fysiek als mentaal. Hierdoor is moeilijk vast te stellen waardoor de eerste epileptische aanvallen zich openbaren.
Epilepsie is een aandoening die kan voorkomen in honden van alle rassen. Bepaalde rassen zijn gevoeliger dan andere, waaronder de Belgische Tervueren, Duitse Herder, Border Collie, Golden- en Labrador Retriever, DalmatiÎr en Poedel de hoofdgroep vormen (Oliver, Handbook of Veterinary Neurology, 1997).
Voor genoemde hoofdgroep geldt, dat er meestal geen aanwijsbare oorzaak voor de aandoening te vinden is (primaire epilepsie), maar vaak echter zijn er medische oorzaken waarbij epilepsie tot het ziektebeeld behoort. De belangrijkste oorzaken zijn hersentumoren, infecties, toxica, stofwisselingsziekten, trauma’s en voeding. De meeste oorzaken voor epilepsie zijn in te delen naar leeftijd (tabel 1). Tussen de beginleeftijd van primaire (‘echte’, generieke, of idiopatische) en secundaire epilepsie (met aanwijsbare oorzaak) bestaat een duidelijk verschil, waardoor niet met zekerheid gezegd kan wor-
Tabel 1. Oorzaken voor epilepsie ingedeeld naar leeftijdsgroep
Leeftijd/classificatie en Oorzaak
<1 jaar
Toxisch: zware metalen (lood), strychnine, tetanus
Infectieus: distemper, encephalitis, diverse infectieziekten
Metabolisch: hypoglycemie - kortdurend, enzymdeficientie, hepatische encefalopathie
Voeding: Thiamine, parasieten
Traumatisch: acute verwonding aan het hoofd
1-3 jaar
Genetisch: primaire, idiopatische epilepsie (kan eventueel al ontstaan op de leeftijd van ± 6 maanden. Enkele keer ook als boven.
>4 jaar
Metabolisch: hypoglycemie, cardiovasculair, hypocalciemie, hepatische encefalopathie
Neoplastisch: primaire of metastatische hersentumor