Volgens de 'kenners' bevat een konijn hooguit 8% bot en gaat een geit naar 10%.
Mijn honden krijgen per week 2 dagen prooidieren (dik bevleesde karkassen met orgaan) zonder huid en haar met kop, 1 dag vlees/bot (80/20 of 70/30) van grotere diersoorten zoals geit/lam etc. en de andere 2 dagen pens en vis. Daarbij altijd calciumhoudende 'overige' om de boel mee aan te vullen. Hele vis is naar mijn mening wel degelijk een prooidier. Stanley zit op 10% vlees/bot per week, aangevuld met vis, pens en 'overige'. Dan komt hij zeker op 15% en afhankelijk van zijn ontlasting bepaal ik of er wel of niet meer vlees/bot bij kan. Whooper zit met zijn vlees/botten op 15% en krijgt ook aangevuld met het overige. Tekorten op 10% (wat je vraagstelling eerder was, volgens mij) zijn volgens Lonsdale niet waarschijnlijk, als je volgens de prooidiertheorie voert. Of dat dan simuleren of het voeren van hele prooidieren is, maakt niet uit. Mijn mening is dat het afhankelijk is van hoe je hond het opneemt, want de ontlasting bepaalt of je goed zit of niet. Je kan dus nooit zeggen dat voor elke hond die 10% of 30% werkt, omdat geen één hond hetzelfde is.