Kaela schreef:Eens, tenzij de dierenarts mij heel goed kan vertellen dat 1 van die stoffen een hele belangrijke werking heeft. Maar dan moet het een goed verhaal zijn en niet "het is iets anders".
Maar een hulpstof is niet voor niets een hulpstof natuurlijk. En je kunt de E nummers zelf opzoeken.
Neem E223. Dat is Natriummetabisulfiet. Natriummetabisulfiet is een wit instabiel poeder, dat met zuurstof reageert tot natriumsulfaat. In zure condities wordt zwaveligzuur gevormd, wat de eigenlijke conserverende werking heeft. Het wordt gebruikt als conserveermiddel en als bleekmiddel in levensmiddelen. Bijwerkingen :
Door de oxiderende werking kan het sommige vitamines in producten afbreken. In de lever wordt het omgezet tot sulfaat, hetgeen met de urine wordt uitgescheiden.
Mensen met een overgevoeligheid tegen natuurlijke sulfieten moeten ook toegevoegde sulfieten vermijden (E221-228)
En E127: Erythrosine. Rode kleurstof. Zeer goed oplosbaar in water. Bijwerkingen :
Zeer weinig bijwerkingen in de gebruikte concentraties. Een effect op hyperactiviteit bij kinderen is beschreven in een paar gevallen, evenals een mogelijk mutageen verband. Het versterkt de fotosensibiliteit bij mensen die last hebben van zonlichtallergie. In hoge concentraties heeft het een effect op de stofwisseling van jodium. Deze concentraties kunnen echter niet door gebruik in levensmiddelen worden gehaald.
En de anderen zijn ook conserveringsmiddelen.