Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Elk eiwit heeft zijn eigen kenmerkende structuur, de zgn aminozuurketen, waarbij het aantal en de volgorde verschillend zijn. Er wordt verschil gemaakt tussen essentiele en niet-essentiele aminozuren. Voor de hond zijn 12 aminozuren essentieel. Dit zijn:
Histidine, leucine, methionine, cystine, threonine, tryptofaan, valine, arginine, lysine, fenylalanine, isoleucine, tyrosine. Arginine en histidine zijn alleen essentieel tijdens de groei, voor volwassen honden niet.
Andere aminozuren zijn niet-essentieel. Zij kunnen door het lichaam zelf worden aangemaakt, naar behoefte, uit essentiele en niet-essentiele aminozuren.
Vertering van eiwit:
In het darmkanaal worden de eiwitten afgebroken tot hun aminozuren. Het zoutzuur in de maag speelt daarbij een belangrijke rol, evenals de pancreas. Zoutzuur werkt niet op het levende maagslijmvlies omdat gedurende het leven mucine (een slijmvliesstof) wordt afgescheiden, dit vormt een beschermende laag voor de maagwand. Zoals gezegd worden de eiwitten in het spijsverteringskanaal afgebroken tot de oorspronkelijke bouwstenen -de aminozuren-. De afbraak geschiedt door twee soorten enzymen:
a)Endoproteasen: die het eiwitmolecuul in grote brokstukken splitsen.
b)Exoproteasen: splitsen het laatste aminozuur van een polipeptideketen.
De lever is een van de belangrijkste organen in de eiwitstofwisseling. De aminozuren worden uit de poortader komend, geselecteerd in:
- Essentiele en niet-essentiele aminozuren, die op dat moment noodzakelijk zijn voor de opbouw van de eigen lichaamseiwitten elders in het lichaam
- Aminozuren die in de levercellen zelf kunnen worden opgebouwd tot lever en bloedeiwitten. Van alle lichaamseiwitten wordt 70% gerecycled.
- Overige aminozuren.
Ureum wordt aan het bloed afgegeven om door de nieren te worden uitgescheiden. Deze stikstofvrije rest, wordt op dezelfde wijze als de koolstoffen van de koolhydraten of vetzuren, verbrand, waarbij energie vrij komt.
Een gram eiwit levert 4 kcal. De energetische omzetting van eiwit geschiedt via de citroenzuurcyclus in de lever. De ureumvorming geschiedt in nauwe relatie tot de citroenzuurcyclus.
De aminozuren worden door de lever afgegeven aan het bloed, zij doen niet alleen dienst als opbouwstof voor de nieuwe eiwitten voor de weefselcellen, maar ook voor de vorming van hormonen, enzymen en talrijke stikstofhoudende verbindingen van het lichaam.
Dierlijke eiwitten hebben een hoge biologische waarde, daar zij rijk zijn aan essentiele aminozuren. De hond bouwt zijn eiwitten op uit de animozuren die vrijkomen bij de afbraak van voedseleiwitten.
Onder biologische waarde van een eiwit verstaat men het getal dat aangeeft hoeveel grammen lichaamseiwit uit 100 gram gereorbeerd voedseleiwit kunnen worden opgebouwd of het percentage van het geresorbeerde eiwit dat voor de vorming van lichaamseiwit beschikbaar is.
De compositie van aminozuren in de eiwitten dienen ongeveer gelijk te zijn aan die van de eiwitten van de hond zelf.
Snapshots uit : "de hond en zijn voeding" van Ir Nic DHont. Misschien moet je proberen dit boek 2de hands te scoren.
Misschien sluit deze uit de Barfplaats Bibliotheek aardig aan vwb de nieren:
http://www.barfplaats.nl/forum/viewforu ... adid=14908
En zelfs bij RC zijn ze er al achter:
http://www.petngarden.com/dogs/dogs26.php