Hier kun je artikelen/informatie over medische zaken posten en vinden, dat als naslagwerk kan dienen voor de forumleden. Dit is GEEN vragen of discussie-categorie.

Moderator: Charlie Angel

#768706
EXOCRIENE PANCREAS INSUFFICIENTIE (EPI)

Van: http://www.whgdierenartsen.nl/html/docdb.asp?id=11

N.B. De teksten van onze hand-outs worden vervaardigd aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op basis van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur

INLEIDING
Exocriene Pancreas Insufficiëntie (EPI) is een aandoening van de alvleesklier (Pancreas) die we niet vaak zien bij de hond en de kat. Maar als een hond of kat lijdt aan EPI kan dat grote gevolgen voor patiënt en eigenaar hebben. Omdat deze aandoening op een redelijk simpele manier te diagnosticeren en in veel gevallen redelijk tot goed te behandelen is, vinden we het zeker de moeite waard om deze zeldzame aandoening onder uw aandacht te brengen.

FUNCTIE VAN DE PANCREAS
De pancreas is een klier die gelegen is direct na de maag, in een bocht van de twaalfvingerige darm. Uitwendig is de pancreas één geheel, maar inwendig bestaat hij uit twee gedeelten:

Endocrien gedeelte: dit deel is verantwoordelijk voor de productie van insuline en glucagon, twee stoffen die verantwoordelijk zijn voor het op peil houden van het bloedsuikergehalte. Verstoringen in deze functie kunnen leiden tot Suikerziekte

Exocrien gedeelte: dit deel is verantwoordelijkvoor de productie van allerlei verteringsenzymen: amylase om zetmeel te verteren, lipase om vetten te verteren en trypsine om eiwitten te verteren. Deze enzymen worden in de cellen van de pancreas, de acinaire cellen, opgeslagen en bij het passeren van voedsel door het maagdarmkanaal in de dunne darm aan het voedsel toegevoegd om te helpen bij de vertering.

OORZAAK EN SYMPTOMEN
Bij EPI werkt, zoals de naam het al zegt, het exocriene gedeelte van de pancreas niet naar behoren. Hierdoor worden er geen of te weinig enzymen aan het voedsel toegevoegd met alle gevolgen van dien voor de vertering van het voedsel. Hierdoor worden er onvoldoende voedingsstoffen opgenomen in het lichaam, waardoor er allerlei tekorten ontstaan. De klinische symptomen zijn dan ook:

Verhoogde tot zeer overmatige eetlust (polyfagie); dedieren kunnen de neiging krijgen om ontlasting of vreemde voorwerpen te eten.
Vermageren; soms tot broodmager
Grote hoeveelheden (!), stopverf / grijzig gekleurde ontlasting
Meer tot overmatig veel drinken / veel plassen; met soms, als extra complicatie: suikerziekte.
Chronische diarree
Slechte vachtconditie

Bij jonge honden is de meest voorkomende oorzaak van EPI 'acinaire atrofie'', hierbij is het exocriene gedeelte van de pancreas nooit goed ontwikkeld. Daarnaast komt het bij de oudere hond voor ten gevolge van een chronische ontsteking van de pancreas. EPI wordt vaker gezien bij de Duitse Herder en er wordt bij dit ras gedacht aan een erfelijke factor. Bij katten zien we EPI nogal eens na een chronische ontsteking van de pancreas, waarbij de acinaire cellen kapot zijn gegaan.

DIAGNOSE
Als we een hond op basis van de klinische symptomen verdenken van EPI kunnen we de diagnose stellen middels bloedonderzoek:

Trypsine-like Immunoreactivity (TLI): dit is een test die de functie van de exocriene pancreas meet. Het meet de activiteit van het enzym trypsine in het bloed. Bij normale honden wordt een zekere activiteit van dit enzym gemeten. Bij honden met EPI is er geenactiviteit, want er wordt geen trypsine geproduceerd.
De TLI-testen voor honden en katten verschillen. De test voor honden is in Nederland mogelijk en de resultaten zijn meestal redelijk snel bekend. Voor de test bij katten moeten we nu helaas nog uitwijken naar Texas (VS), waardoor we pas na twee weken de uitslag hebben. Hieraan hebben we in het acute geval van een doodzieke kat dus helemaal niets, we kunnen geen twee weken wachten tot we gaan behandelen! Daarom besluiten we nogal eens om een kat, verdacht van EPI, door te sturen naar een radioloog voor het maken van een echo. Een ervaren radioloog kan in de meeste gevallen zien of er sprake is van een normale of een afwijkende alvleesklier. Al mogen we de diagnose hier nooit 100 procent op stellen, het kan ons wel een aanwijzing geven.

Middels ontlastingsonderzoek kunnen we een aanwijzing krijgen voor een slechte vertering. Echter, ook met ontlastingsonderzoek alleen mogen we nooit de diagnose EPI stellen.

BEHANDELING
Toevoeging van enzymen in poedervorm aan het voer (Zymoral, pancreaspoeder). De dieren dienen levenslang bij elke maaltijd een dosering enzymen toegevoegd te krijgen. Van belang is dat u een poeder geeft en geen gecoate tabletten, omdat de opname van de enzymen door de coating sterk verminderd is.


Voeding: dieren met EPI dienen een goed verteerbaar voer met een laag vet- en vezelgehalte te hebben. Ondanks de kunstmatige toevoeging van enzymen zal de vetvertering bij EPI-patienten minder optimaal zijn dan bij een gezond dier. Daarnaast verminderen vezels de activiteit van de kunstmatige pancreas-enzymen.


Bij ernstig vermagerde dieren kan het nodig zijn om extra vitaminen te geven (vitamine A, B12, D, E en K).


Door chronisch slechte vertering kunnen bepaalde, minder gunstige bacteriën, de overhand krijgen in het darmkanaal. Het kan daarom nodig zijn om een antibioticumkuurtje te geven.

PROGNOSE
Als bovenstaande therapie in acht wordt genomen is de prognose voor veel dieren met EPI goed. Ze zullen wel levenslang het dieet en het pancreaspoeder moeten krijgen, wat natuurlijk voor de nodige kosten zorgt. Maar dan kan het dier over het algemeen wel weer een normaal leven leiden. Toch hebben wij ook patiënten gehad, waarbij de klachten steeds erger werden en tenslotte, ondanks de behandeling een patiënt zo ver uitputte, dat deze uiteindelijk moest inslapen. Er is bij deze dieren waarschijnlijk sprake geweest van een proces, dat we met medicijnen kennelijk niet konden stoppen en de alvleesklierfunctie volledig lam gelegd heeft.

Bij dieren met als complicatie suikerziekte moeten we de prognose zeker wat gematigder inschatten. Van belang is om eerst de suikerziekte te reguleren en daarna de EPI aan te pakken.
Door de erfelijke factor bij Duitse Herders wordt het afgeraden om te fokken met elk dier waarbij de diagnose EPI is gesteld.


============== einde artikel WGH dierenartsen====================


Onze ervaring op Barfplaats is dat het toedienen van verse pancreas beter werkt dan het toedienen van enzymen uit een potje. En het Islam Centrum in Rotterdam, op de Wolphaertsbocht heeft zich bereid gevonden om dit product, speciaal voor honden met EPI, in het assortiment op te nemen.

De hoeveel verse pancreas gegeven moet worden: per dag: 125 gram per 15 kg lichaamsgewicht van de hond.
Laatst gewijzigd door Lizzy op ma 09 jan 2012, 09:02, 1 keer totaal gewijzigd.

Barfplaats wordt gesponsord door